Loading

Module Hulpprogramma's en toepassingen

Inleiding

De module Hulpprogramma's en toepassingen biedt toegang tot drie submodules: Speciale prints, Afsluiten en Systeemlogbestanden. Als u op de tab Hulpprogramma's klikt, verschijnt altijd eerst het scherm Speciale prints. Om de andere submodules te openen, kunt u de andere pictogrammen gebruiken.

  • Speciale prints biedt mogelijkheden voor bijzondere prints voor diverse doeleinden, zoals ter referentie, om bij te stellen en uit te lijnen, enz. Sommige prints zijn bedoeld voor operators en andere alleen voor servicepersoneel.

  • Afsluiten opent de procedure voor het correct afsluiten van de printer.

  • Met Aanmaken van logbestanden beschikt de operator over de mogelijkheid logbestanden te genereren voor het stellen van diagnoses en het oplossen van problemen.

Hulpprogramma's en toepassingen

Speciale prints

In de module Speciale prints worden twee lijsten weergegeven. De lijst onderin toont de beschikbare speciale prints. Een aantal van deze prints wordt gebruikt door servicemonteurs om de printer af te stellen en om storingen te verhelpen. Een aantal is van belang voor de operator: de verzendingsprint, de tafelliniaalprint, de nozzlecontroleprint en de print voor de correctiefactor bij materiaaldoorvoer.

Speciale prints die van belang zijn voor de operator

  • De verzendingsprint wordt gebruikt om te bepalen of de printeruitvoer voldoet aan de kwaliteitsnormen. Bij elke printer wordt een verzendingsprint van de fabriek meegeleverd. Deze kan worden gebruikt om te vergelijken met de referentieprint die op locatie bij de klant wordt gemaakt.

  • De tafellinialen moeten op de tafel worden geprint als hulpmiddel bij het plaatsen van het materiaal. Deze afbeeldingen worden zodanig ingesteld, dat deze op de horizontale en verticale assen van de tafel worden geprint. Ze zijn verkrijgbaar in een metrische en een Engelse uitvoering.

  • De testprint voor nozzlecontrole wordt gebruikt om vast te stellen of er verstopte nozzles zijn die de printkwaliteit nadelig kunnen beïnvloeden (deze controle is tevens beschikbaar via de opdrachtbalk in de module Regeling printopdrachten).

  • De print voor de correctiefactor bij materiaaldoorvoer (uitsluitend ter gebruik bij rolmaterialen). Deze print wordt gebruikt om een bepaald type horizontale strepen te corrigeren dat verband houdt met onjuiste materiaaldoorvoer – zie Bepalen correctiefactor bij materiaaldoorvoer.

De lijst bovenin toont alle actieve opdrachten die momenteel in de wachtrij staan. Voeg een speciale print uit de lijst onderin toe om deze te activeren in de module Regeling printopdrachten. Als u een opdracht uit deze lijst verwijdert, wordt deze ook verwijderd uit de lijst met actieve opdrachten en kan deze niet worden afgedrukt. Exemplaren van speciale prints die worden verwijderd uit de lijst met actieve opdrachten gaan niet naar de lijst met inactieve opdrachten maar worden uit de lijst verwijderd.

Een speciale print laden

1) Klik op een speciale print om deze in het venster onderin te selecteren.

2) Klik op de knop Toevoegen om de testprint in de printwachtrij bovenin te plaatsen.

Een speciale print printen

Ga naar de module Regeling printopdrachten om de speciale print daadwerkelijk te printen. Deze verschijnt in de lijst met actieve opdrachten en wordt geprint zoals elke andere printopdracht.

OPMERKING

Raadpleeg de delen die de speciale prints beschrijven voor meer informatie over het printen. De nozzlecontroleprint en de verzendingsprint wordt bijvoorbeeld geprint op I/O-papier, terwijl de liniaalprint rechtstreeks op de tafel wordt geprint. Een aantal van de speciale prints zijn uitsluitend bestemd voor servicemonteurs, niet voor de operator.

Afsluiten

Gebruik het pictogram Afsluiten als u de printer wilt uitschakelen. De printer moet altijd ingeschakeld blijven staan, maar er zijn uitzonderingen – zoals voor sommige servicedoeleinden of als de printer opnieuw gestart moet worden.

BELANGRIJK

Als u de voedingsschakelaar gebruikt voordat er correct is afgesloten, kan dat tot schade aan de harde schijf van de printer leiden.

Aanmaken van logbestanden

De systeemlogbestanden zijn bestanden met onbewerkte gegevens voor het stellen van diagnoses en het oplossen van problemen. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor servicemonteurs. Genereer alleen systeemlogbestanden als u hierom wordt verzocht door een servicemonteur (volg zijn of haar instructies voor het ophalen van de logbestanden). Bij het genereren van systeemlogbestanden worden eerder opgeslagen logbestanden verwijderd. Genereert u daarom geen tweede serie logbestanden als u dit onlangs hebt gedaan (tenzij u hierom wordt verzocht door een servicemonteur).