Loading

Een nozzlecontrole printen

Inleiding

Uit de testprint blijkt hoe de individuele nozzles in elk kleurkanaal presteren. Deze informatie is cruciaal bij het bepalen hoe het nozzle-herstel wordt uitgevoerd via het systeem voor automatisch onderhoud (AMS) of met handmatige procedures voor printkoponderhoud.

Procedure

  1. Leg een stuk I/O-papier op de printertafel (of gebruik de RMO, indien aanwezig).
    OPMERKING

    De afmetingen van de nozzlecontroleprint zijn 617,3 x 73,7 mm.

  2. Selecteer het pictogram Nozzle-controle printen in de gebruikersinterface. Geef de juiste instellingen op voor het printen (offsets, materiaaldikte, lampvermogen, enzovoort).
  3. Print en beoordeel de nozzle-controleprint. Een typische procedure voor het beoordelen van de nozzle-controleprint is een nauwkeurige evaluatie van de spuitprestaties in elk spuitpakket. Om de algehele prestaties goed te kunnen beoordelen, kunt u de nozzles in elk spuitpakket omcirkelen met een markeerstift.
  4. In het hierboven genoemde voorbeeld van een nozzle-controleprint heeft magenta-printkop 6 nozzles die in zowel pakket A als B niet correct spuiten. Ook ziet u een nieuwe print nadat de printkoppen zijn gereinigd.
    OPMERKING

    Dit is een extreem voorbeeld om het probleem te laten zien. In de meeste gevallen zult u slechts een klein aantal uitgevallen nozzles of verkeerde plaatsingen zien.

  5. Zodra u de specifieke printkop met uitgevallen nozzles hebt bepaald, zoals aangegeven op de nozzlecontroleprint, kunt u de volgende procedures voor printkoponderhoud volgen om de uitgevallen nozzles te corrigeren. Zie: Onderhoud printkoppen
    OPMERKING

    Voer printkoponderhoud uit voor de vereiste kleurkanalen indien:

    • er sprake is van meer dan 2 uitgevallen nozzles in één printkop

    • er sprake is van 2 of meer naast elkaar gelegen uitgevallen nozzles in één printkop