Loading

Overzicht storingen verhelpen

Inleiding

Dit gedeelte beschrijft algemene problemen die zich bij de printer kunnen voordoen. Storingen die systeemfoutmeldingen activeren, kunnen worden veroorzaakt door een menselijke fout, een storing in het systeem, een storing in een interfacekabel, een mechanische printerstoring en/of een storing in de printer-firmware.

Definitie

Printerstoringen

Bepaalde storingen zijn problemen die het printproces beïnvloeden maar die er niet voor zorgen dat de printer volledig wordt uitgeschakeld. Normaliter bestaan deze storingen uit problemen die voorkomen dat een printopdracht wordt gestart of die de huidige afdruk onderbreken. Deze storingen kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van een servicemonteur. Andere storingen zorgen ervoor dat de printer wordt gestopt en belemmeren de werking totdat de storing is verholpen. De printerinterface informeert u wat er aan de hand is door een foutmelding op het lcd-display weer te geven. Als de betreffende storing eenvoudig kan worden verholpen, voert u de bijbehorende handeling uit. Noteer anders nauwkeurig de storingsmelding en het bijbehorende storingsnummer en wat de printer deed voorafgaand aan de storing, en neem vervolgens contact op met de serviceafdeling.

Storingen verhelpen - Basis

Met de informatie over het verhelpen van storingen kunt u de oorzaak van storingen lokaliseren en veel voorkomende problemen oplossen die zich tijdens het printen kunnen voordoen.

Gebieden storingen verhelpen:

  • Printergedrag

  • Afdrukkwaliteit

  • Gegevensoverdracht

Voorbeeld 1

Als er geen voeding is

Is de printer aangesloten op een functionerende voedingsbron?

Het moet hier een speciale voeding betreffen die niet gevoelig is voor spanningsschommelingen. De voeding moet worden geleverd via een onafhankelijke, tweepolige, gezekerde stroomonderbreker en een circuitmassa (computerkwaliteit) in de buurt van het apparaat. De voeding moet voldoen aan alle plaatselijke en landelijke normen voor dit type installatie. De stroomonderbreker moet duidelijk zijn gelabeld, met een aanduiding van de posities Aan en Uit, bijvoorbeeld '1' voor Aan en '0' voor Uit. Er dient een geschikte luchtspleet te worden aangehouden voor een veilige elektrische isolatie in de positie Uit. De printer gebruikt deze service voor de bescherming van de primaire aftakking. Indien de printer geen voeding krijgt, controleert u de lokale voedingsspanning en gaat u na of deze correct is ingesteld.

Voorbeeld 2

Er verschijnen inktdruppels op het materiaal

  • Om te voorkomen dat er zich externe materialen vasthechten, moeten horizontale oppervlakken dagelijks gereinigd worden.

  • Controleer of zich geen haren of andere vuildeeltjes aan de onderzijde van de wagen bevinden. Voorwerpen kunnen ophoping van inktnevel veroorzaken, wat resulteert in kleine inktdruppeltjes.

Als het probleem aanhoudt

Als het probleem aanhoudt, voer dan zo nodig de volgende handelingen uit voor de desbetreffende situatie:

• Controleer op verbogen materiaal of materiaal dat te hoog boven de tafel uitsteekt.

• Als u zojuist inkt in de printer hebt vervangen, raadpleegt u de procedures in deze handleiding en controleert u of de installatie succesvol is verlopen.

• Druk een testafdruk af.

• Als de printer geen afdrukopdrachten ontvangt, controleer dan de netwerkkabelverbinding.

OPMERKING

Als u nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met een Océ servicemedewerker.

Problemen met het AMS oplossen

De printer is uitgerust met twee identieke AMS-modules. Het primaire station is te vinden aan het eind van de balk, bij de parkeerpositie van de wagen. Het is het standaardstation dat bij de dagelijkse werking van de printer wordt gebruikt. Het reserve-AMS bevindt zich aan de andere kant van de balk, en wordt uitsluitend ingezet als er een probleem is met het primaire systeem. Als de sensoren van de printer een probleem detecteren bij het AMS rechts, wordt u gevraagd de fout te resetten. Als dit na verschillende pogingen het probleem niet oplost, kunt u ervoor kiezen de onderhoudsfunctionaliteit over te zetten naar het reserve-AMS met de optie AMS uitschakelen.

BELANGRIJK

Voordat u AMS uitschakelen selecteert, moet u vanaf het eind van de balk onder de wagen kijken om te controleren of de zuigkoppen van het AMS niet zichtbaar zijn. Als de zuigkoppen van het primaire AMS (rechts) niet zijn ingetrokken, kan gebruik van het reservesysteem tot ernstige schade aan de printkoppen leiden.

Het AMS moet dagelijks gereinigd worden, waarbij met name aandacht moet worden besteed aan de minimale hoeveelheid vereiste druk. Deze wordt beschreven onder 'Dagelijks onderhoud'. Als het AMS niet dagelijks wordt gereinigd, kan de verzamelde inkt gaan uitharden, wat tot storing aan het AMS kan leiden. Deze situatie wordt niet gedekt door onderhoudscontracten. Als er tijdens het reinigen te veel druk op een van de zuigkoppen wordt uitgeoefend, kan deze klem komen te zitten op een niveau dat te laag is om geblokkeerde nozzles te herstellen. Als dat gebeurt, moet u voor het herstel contact opnemen met de serviceafdeling. U krijgt in dergelijke gevallen een herhaalde melding waarin u gevraagd wordt de serviceafdeling te bellen. U kunt evenwel wel verdergaan met printen, aangezien het reserve-AMS het standaardsysteem voor onderhoud wordt totdat het primaire systeem gerepareerd is. Wacht niet te lang met bellen: in dit soort situaties kan de inkt in het AMS zich gaan uitharden, wat tot gevolg heeft dat u een nieuw systeem zult moeten aanschaffen.

Neem telefonisch contact op met de serviceafdeling

Probeer eenvoudige problemen zelf op te lossen voordat u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Het is echter belangrijk om te weten wanneer u vragen om service. Wanneer u niet getraind bent, kan het zelf repareren van de printer verdere beschadiging veroorzaken. Wanneer u hebt besloten dat om service moet worden verzocht, neem dan zo snel mogelijk telefonisch contact op. Zorg dat u de volgende informatie bij de hand hebt:

  • Serienummer van de printer – bevindt zich in de buurt van de wisselspanningsstekker.

  • Eventuele storingsmelding zoals weergegeven op het bedieningspaneel.

  • De exacte omstandigheden waaronder de storing zich heeft voorgedaan, bijvoorbeeld tijdens het afdrukken of tijdens het onderhoud.

  • Let op ongebruikelijke verschijnselen, zoals vreemde afdrukken, geluiden en geuren die kunnen duiden op een storing.