Loading

Tips en trucs

Inleiding

Om de Colorado 1650 zo goed mogelijk te kunnen gebruiken, is het verstandig de onderstaande tips en trucs te volgen.

Onderwerp

Tip

Stapsgewijze instructies volgen

Volg altijd de stapsgewijze instructies die op het bedieningspaneel worden weergegeven, in de juiste volgorde. Bijvoorbeeld: in geval van foutafhandeling voert u de acties voor bediening van de wikkelaar of het onderhoud uit.

Groene lichtindicatoren

Als de groene lichtindicatoren bij de lade en naast de flessen zijn ingeschakeld, kunt u veilig handelingen uitvoeren aan de lade of inkteenheid.

Voorzichtig hanteren

U hoeft geen bovenmatige kracht uit te oefenen op de hendels of handgrepen van de Colorado 1650. U kunt de hendels of handgrepen gemakkelijk duwen of bewegen om handelingen aan de printer uit te voeren.

Automatische voortbewegingscorrectie

Stel [Automatic advance correction] in op [normal] voor de afdrukmodi [High Quality], [Specialty], [Superior], [Matte Quality], [Matte Specialty], [Backlit]of [Backlit Density]. De printer leest en optimaliseert dan automatisch de nauwkeurigheid van de materiaalvoortgang.

Door [Automatic advance correction] op [enhanced] in te stellen, kunt u de nauwkeurigheid van de materiaalvoortgang mogelijk nog verder verbeteren, maar in dat geval worden er ook zwarte markeringen afgedrukt op de grotere zijmarge van het materiaal.

Voor materiaal met structuur kan het systeem u vragen de automatische voortbewegingscorrectie uit te schakelen.

Voor meer informatie, zie De materiaalinstellingen wijzigen.

Materiaalstapcorrectie

Als u de materiaalvoortgang wilt beheren en de afdrukkwaliteit wilt verbeteren, kunt u:

  • Voer handmatig of periodiek onderhoud uit met [Geavanceerde automatische optimalisatie van nozzles]. De nauwkeurigheid van de nozzles van de printer wordt automatisch geoptimaliseerd om de materiaalvoortgang te verbeteren.

  • Rol-op-rol-afdrukken (materiaal wikkelen).

  • Start met een witruimte ± 50 cm (19.7 inch), voordat u de eerste afdruk maakt op een rol.

  • Afdrukken in de modus [High quality ].

Materiaal niet evenredig gewikkeld

Zorg dat het materiaal altijd gelijkmatig op de kern wordt gewikkeld. Plaats geen materiaal in de lade dat niet gelijkmatig is gewikkeld (uit elkaar is geschoven).

Voor meer informatie, zie Een materiaalrol laden ( positie 1).

Rechte voorrand

De voorrand van de geplaatste materiaalrol in de lade moet altijd recht gesneden zijn. Als dat niet het geval is, detecteert de printer de voorrand niet en wordt er mogelijk op de plaat afgedrukt.

Voor meer informatie, zie Een materiaalrol laden ( positie 1).

Voorrand recht tapen

In het geval van wikkelen moet de voorkant van het materiaal recht op de uitvoerrol zijn uitgelijnd en recht met tape zijn bevestigd voor de beste wikkel- en afdrukkwaliteit. Tape eerst het midden en daarna de zijkanten.

Voor meer informatie, zie Printen met of zonder wikkelen.

Materiaalgeleiders positioneren

Als u wikkelt zonder drukbalk, positioneert u de materiaalgeleiders tegen het materiaal om de beste wikkelkwaliteit te realiseren.

Voor meer informatie, zie Printen en wikkelen zonder drukbalk.

Afdruk is niet opgerold

Wanneer u uw afdruk op de uitvoerrol hebt geplakt, maar de rolwikkelaar uw afdruk niet oprolt, beweegt u het materiaal in de richting van de printer om de wikkelaar te starten. Beweeg het deel van de afdruk dat net boven de grond voor de onderste sensor hangt in de richting van de sensor. Vervolgens detecteert de printer het materiaal en wordt het automatisch opgerold.

Nieuwe materiaalsoort

Om de afdrukkwaliteit te optimaliseren, moet u een nieuwe materiaalsoort altijd eerst kalibreren. Ook materialen van dezelfde soort maar met andere formaten moeten voor elk formaat gekalibreerd worden.

Voor meer informatie, zie Het materiaal kalibreren.

Afdrukken op breder materiaal

Als het materiaal opraakt tijdens het afdrukken, wordt er een bericht met een verzoek om materiaal weergegeven. Wanneer u uw opdrachten wilt voltooien, kunt u ook blijven afdrukken op een rol met breder materiaal. Plaats de rol met breder materiaal en selecteer deze. Vervolgens wordt het afdrukken hervat op het bredere materiaal.

OPMERKING

U moet de rol met breder materiaal altijd plaatsen, zelfs als deze al is geplaatst in de printer. Pas als de rol opnieuw is geplaatst, wordt het bredere formaat herkend en wordt begonnen met afdrukken.

Materiaalkalibratie

Voer een materiaalkalibratie uit vanaf de lege voorkant van de materiaalrol. Dus begin de kalibratie nadat u een snede hebt gemaakt of wanneer u met een nieuwe rol begint. Voer geen materiaalkalibratie uit als er zich al een afdruk op de rol bevindt.

Voor meer informatie, zie Het materiaal kalibreren.

Vochtgevoelig materiaal

Let op! Vochtgevoelig materiaal gaat vervormen als het enige tijd op de plaat ligt.

Niet-uitgeharde inktverontreiniging

Wees alert op niet-uitgeharde inkt op het materiaal of op de printer. Verwijder niet-uitgeharde afdrukken niet van de wikkelaar of de lade, maar alleen via de bovenklep. Volg zorgvuldig de bijbehorende procedure.

Voor meer informatie, zie Vervuiling van de printer verwijderen.