Loading

Handmatig onderhoud printkoppen (wanneer er geen AMS is)

Inleiding

Het handmatig onderhoud aan de printkoppen omvat het doorspuiten van de printkoppen en het gebruik van een afzuiger om een kleine hoeveelheid inkt en eventueel vuil uit de nozzles te verwijderen. Het onderhoudsstation bevindt zich onder de wagen. Het station is afgedekt met een schuivende lade met openingen waardoor overtollige inkt opgevangen kan worden in de opvangbak. Tijdens handmatig printkoponderhoud worden eventuele overtollige inkt en de daarbij behorende vuilresten uit de nozzles verwijderd.

BELANGRIJK

De nozzleplaat op de printkop is voorzien van een niet-bevochtigende coating - contact met dit oppervlak kan de werking van de printkop nadelig beïnvloeden. Veeg de nozzleplaat alleen schoon met de zuigkop (of met de meegeleverde wattenstaafjes bij het in acht nemen van de schoonveegprocedure), omdat anders de nozzles beschadigd kunnen raken en de prestaties nadelig worden beïnvloed.

Over deze taak

Printkoponderhoud dient plaats te vinden aan het begin van de dag (nadat de printer is opgewarmd) of indien vereist (onregelmatig werkende nozzles, horizontale strepen op de print, etc.).

OPMERKING

Tip: Om defecte nozzles gemakkelijker op te sporen verwijdert u de testprint van de vacuümtafel en plaatst u deze op de vloer onder de wagen in het onderhoudsgebied.Zorg dat u de juiste richting aanhoudt zodat de kleuren zijn uitgelijnd.Op de print ziet u een weergave van de spuitprestaties van elke printkop. Dit maakt het gemakkelijker om een nozzle of een groep uitgevallen nozzles te herleiden naar het gebied op de eigenlijke nozzleplaat van de printkop die moet worden schoongemaakt.

Onderhoud printkoppen

VOORZICHTIG

De onderzijde van de uv-lampen kan heet zijn. Raak deze niet aan.

BELANGRIJK

Druk NIET te hard op de printkop terwijl u deze schoonveegt met de zuigkop, aangezien de printkop hierdoor kan losraken, zodat u een servicemonteur moet inschakelen om deze weer aan te brengen.

Schakelaars onderhoudsstation:

In het onderhoudsstation bevinden zich drie schakelaars. Deze kunnen in willekeurige volgorde gebruikt worden. U kunt bijvoorbeeld de middelste schakelaar indrukken om de wagen omhoog te brengen zodat vuildeeltjes van de onderzijde van de wagen kunnen worden verwijderd, zelfs als een spuitbewerking niet is vereist.

  1. Schakelaar 1 om inkt door te spoelen (de voorkeursmethode is het gebruik van de gebruikersinterface, zoals in stap 3 hieronder)

  2. Schakelaar 2 om wagen omhoog te brengen

  3. Schakelaar 3 om zuigpomp te activeren

Schakelaars onderhoudsstation

Procedure

  1. Controleer of de inkttemperatuur ten minste 40 °C bedraagt voordat u begint met het onderhoud van de printkoppen.
  2. Schuif de lade van onder de wagen naar buiten, zodat het onderhoudsstation toegankelijk wordt.
  3. Selecteer de Onderhoud-tab en kies het pictogram 'Handmatig onderhoud' rechtsboven om het scherm met de 'Assistent Handmatig onderhoud' te openen. Hier kunt u de inktkanalen kiezen die doorgespoeld worden.
  4. Kies de specifieke inktkanalen en kies de optie voor doorspoelen. In het voorbeeld hieronder zijn alle inktkanalen geselecteerd.
  5. Druk op spoelknop (1) om een standaard spoelhandeling voor de geselecteerde kanalen te starten. De wagen zakt omlaag tot de spoelhoogte.

    Voor een lange spoelactie drukt u de spoelknop langer dan 5 seconden in. Een lange spoelactie kan nodig zijn als standaard doorspoelen niet tot acceptabele resultaten leidt.

  6. Druk de middelste knop (2) in om de wagen tot de maximumhoogte te laten stijgen en bekijk hoe de inkt van de koppen valt. Wacht tot de meeste inkt stopt met druppelen. Wacht evenwel niet te lang, anders wordt de inkt samen met eventueel ander afval terug in de printkop gezogen.
  7. BELANGRIJK

    Zorg ervoor dat de spiraalvormige zuigkopslang niet blijft haken wanneer u de zuigkop uit de houder verwijdert.

    Druk de afzuigschakelaar (3) in om de zuigpomp in te schakelen. Neem de zuigkop uit de bak aan de linkerzijde van het onderhoudsstation. Veeg na het reinigen van elke kleur de zuigkop af met een nieuwe, schone, pluisvrije doek.
    Reinig zuigkop
  8. BELANGRIJK

    Begin in de volgende stap met de linker printkop en werk naar rechts toe, aangezien dit het risico verkleint dat inktdruppels op de spiraalvormige slang vallen. Druk bovendien niet te hard op de printkop, aangezien deze hierdoor kan losraken, zodat u een servicemonteur moet inschakelen om de printkop weer aan te brengen.

    Schuif de zuigkop langzaam langs de volledige lengte van elke printkop, met een snelheid van ongeveer 8 mm per seconde (8 seconden per printkop). De zuigkop schuift over roestvrijstalen strips op de printkop. Mogelijk moet u deze stap herhalen in de volgende gevallen:

    a) Uit een visuele inspectie van de printkoppen blijkt dat er inkt achterblijft op de nozzleplaat;

    b) De zuigkop is niet vlak gebleven tijdens de verplaatsing langs de nozzleplaat;

    c) De zuigkop is te snel of ongelijkmatig langs de nozzleplaat gegaan.

    BELANGRIJK

    Beweeg de zuigkop langzaam zodat u geen overtollige inkt naar de voor- en zijkanten van de printkop en zuigkop duwt. Als u te snel beweegt, wordt de inkt naar de bovenrand van de printkopopening in de pan geduwd, waar deze lastig te zien is en problemen kan veroorzaken.

    Veeg printkop schoon
  9. Veeg de zuigkop schoon op een schoon gedeelte van een nieuwe, pluisvrije doek alvorens verder te gaan met de volgende printkop.
    BELANGRIJK

    Zorg er tijdens het onderhoud voor dat u de nozzles of de nozzleplaten niet aanraakt, aangezien de printkop hierdoor kan beschadigen.

  10. Gebruik een droog reinigingsstaafje om eventuele overtollige inkt rond de rand van de printkopopening in de pan weg te vegen (zie de witte lijn met pijltjes in de afbeelding hieronder). Zorg er met name voor dat u eventuele overtollige inkt, spoelmiddel of alcohol verwijderd van de metalen plaat tussen de pan en de printkop (zie het gebied met de twee ellipsen in de afbeelding hieronder). U kunt voor elk kleurkanaal een apart reinigingsstaafje gebruiken tot dit verzadigd raakt met inkt.

  11. Schuif de lade van het onderhoudsstation weer terug naar de gesloten positie. De wagen wordt nu teruggeplaatst naar de vorige hoogte waarbij deze gereed is voor afdrukken.
    BELANGRIJK

    Sluit de lade voorzichtig om de inkt in de printkoppen niet te verstoren. Een harde stoot kan tot tijdelijke nozzle-storingen leiden.

  12. Maak een nozzlecontroleprint om de printkwaliteit te beoordelen.
    OPMERKING

    Als uit de nozzlecontroleprint blijkt dat er nog steeds een printkop met uitgevallen nozzles is, kunt u de zuigkop nogmaals over die printkop halen. Print vervolgens een nieuwe nozzlecontrole als er nog steeds sprake van nozzle-uitval is.