Loading

Een externe locatie maken

Inleiding

U kunt uw eigen externe FTP, SMB, WebDAV,-locaties aanmaken in WebTools Express.

Voordat u begint

OPMERKING
  • Zorg dat u het [SMB] -protocol inschakelt.

  • Zorg dat u [FTP] inschakelt op het tabblad [Configuratie] - [Verbindingen].

  • Controleer of de URL voor [WebDAV] niet geblokkeerd wordt.

  • Voor deze procedure moet u zijn aangemeld als systeembeheerder.

Procedure

  1. Selecteer het tabblad [Configuratie] - [Externe locaties].
  2. Klik rechtsboven op [Nieuw maken].
  3. Voer een [Naam] in die herkenbaar is voor de gebruiker. Deze naam verschijnt op het bedieningspaneel.
  4. Voer een [Omschrijving] in (beschrijving van de gebruikte instellingen).
  5. Selecteer een [Soort] voor de externe locatie: [FTP], [SMB] of [WebDAV].
  6. Voer de [Pad] in. Het mappad of de URL naar de externe locatie.
    • Gebruik voor [FTP] de volgende syntaxis: hostnaam[/pad] (voorbeeld: mijnhost/mijndirectory/scannennaarbestand).

    • Gebruik voor [SMB] de volgende syntaxis: \\hostnaam\sharenaam[\pad] (voorbeeld: \\mijnhost\mijngedeeldedirectory\scannennaarbestand).

    • Gebruik voor [WebDAV] -locaties de volledige URL voor HTTP (bijvoorbeeld: http://voorbeeld.webdav.org:8080/repository/).

  7. Geef onder [Referenties] aan of de gebruiker zich moet aanmelden voor toegang tot de externe locatie.
    • Selecteer [Vraag de gebruiker zich aan te melden op het gebruikerspaneel] als u de gebruiker wilt vragen zich aan te melden op het gebruikerspaneel.

      Het inlogvenster wordt dan weergegeven als de gebruiker probeert toegang te krijgen tot de externe locatie op het gebruikerspaneel.

    • Selecteer [Gebruik de volgende referentiegegevens voor automatisch aanmelding:] als u de verificatiegegevens hier wilt configureren.

      De gebruiker wordt niet gevraagd zich aan te melden op het gebruikerspaneel als hij probeert toegang te krijgen tot de externe locatie.

  8. Als u [Gebruik de volgende referentiegegevens voor automatisch aanmelding:] hebt geselecteerd, geeft u de gebruikersnaam en het wachtwoord op.
    • De [Gebruikersnaam] geeft toegang tot de externe locatie. De gebruiker moet minimaal lees- en schrijftoegang tot de externe locatie hebben. Voor SMB-bestemmingen moet de volgende indeling worden gebruikt: Lokale gebruikersnaam: 'IP-adres\gebruikersnaam' of 'hostnaam\gebruikersnaam'. Gebruikersnaam domein: 'domein\gebruikersnaam'.

    • Voer het [Wachtwoord] bij de gebruikersnaam in.

  9. Selecteer het [Ingeschakelde functionaliteiten]. Schakel toegang tot de geselecteerde locatie voor print- en scanopdrachten in of uit.
  10. Klik op [OK] om de externe locatie op te slaan.
    OPMERKING

    Het systeem valideert de externe locatie en geeft een foutmelding als de validatie mislukt.

    Mocht er een fout optreden, dan kunt u klikken op Opslaan om de externe locatie met de fout op te slaan of op Wijzigen om de ingevoerde gegevens te wijzigen.

Resultaten

De externe locatie kan worden gebruikt via het bedieningspaneel en in WebTools Express.