Loading

Beschrijving van de scanopdrachtinstellingen

Inleiding

Wanneer u een scan maakt, kunt u het volgende opgeven.

  • Hoe het origineel er uitziet.

  • Hoe het resulterende bestand er moet uitzien.

  • Algemene instellingen voor de hele opdracht.

Om de productiviteit te verhogen, worden automatisch een aantal logische instellingen geconfigureerd voor [Origineel] en [Afwerking]. U kunt deze automatische instellingen echter altijd handmatig wijzigen. De automatische instellingen hebben het voorvoegsel [Autom.].

Afbeelding

De instellingen voor een scanopdracht

Gedeelte

Omschrijving

1

[Origineel]

Het gedeelte [Origineel] bevat de instellingen waarmee u bepaalt hoe het origineel er uitziet.

2

[Afwerking]

Het gedeelte [Afwerking] bevat de instellingen waarmee u bepaalt hoe het resulterende bestand er moet uitzien.

3

[Opdracht]

In het gedeelte [Opdracht] kunt u algemene eigenschappen voor de hele opdracht opgeven.

4

Voorbeeldweergave

In het gedeelte voor het afdrukvoorbeeld worden de resultaten weergegeven van de instellingen die zijn opgegeven voor de uitvoer.

5

Actieknoppen

Met de knoppen in dit gedeelte kunt u een actie selecteren, bijvoorbeeld de instellingen in een sjabloon opslaan, de opdracht annuleren of beginnen met scannen.

Met de optionele functie [Paginaprogrammering] kunt u pagina's invoegen en de instellingen voor het materiaal en de afwerking van de paginabereiken in een opdracht configureren. De optionele functie [Paginaprogrammering] is beschikbaar wanneer u subsets in één bestand inscant.

[Origineel] -instellingen: [Enkel of dubbelzijdig]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Enkel of dubbelzijdig]

De automatisch ingestelde waarde voor deze instelling.

[Enkelzijdig]

Alleen de voorzijde bevat een afbeelding of tekst.

[Dubbelzijdig]

Zowel de voorzijde als de achterzijde bevat een afbeelding of tekst.

[Origineel] Instellingen - [Type origineel]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Type]

De automatisch ingestelde waarde voor deze instelling.

[Staand links]

  • Het origineel heeft een verticale indeling (hoogte > breedte).

  • De bindrand bevindt zich aan de linkerzijde.

    De linkerzijde van een pagina is gebonden aan de rechterzijde van de vorige pagina

  • Wanneer u een vel omslaat over de bindrand, is het beeld of de tekst op de achterzijde van het vel leesbaar.

[Staand boven]

  • Het origineel heeft een verticale indeling (hoogte > breedte).

  • Inbindrand: de bovenzijde van een pagina is gebonden aan de onderzijde van de vorige pagina.

  • Wanneer u een vel omslaat over de bindrand, is het beeld of de tekst op de achterzijde van het vel leesbaar.

  • Kalendermodus

[Liggend links]

  • Het origineel heeft een horizontale indeling (breedte > hoogte).

  • De bindrand bevindt zich aan de linkerzijde.

    De linkerzijde van een pagina is gebonden aan de rechterzijde van de vorige pagina

  • Wanneer u een vel omslaat over de bindrand, is het beeld of de tekst op de achterzijde van het vel leesbaar.

[Liggend boven]

  • Het origineel heeft een horizontale indeling (breedte > hoogte).

  • Inbindrand: de bovenzijde van een pagina is gebonden aan de onderzijde van de vorige pagina.

  • Wanneer u een vel omslaat over de bindrand, is het beeld of de tekst op de achterzijde van het vel leesbaar.

  • Kalendermodus

[Boek]

Maak kopieën/scans van een boekorigineel op de glasplaat. U kunt de afzonderlijke pagina's van een boek kopiëren/scannen.

[Pagina's]

  • [Beide pagina's]: De linker- en rechterhelft van het origineel (geopend boek) worden gekopieerd/gescand als twee aparte exemplaren.

  • [Linker pagina]: De linkerhelft van het origineel (geopend boek) wordt gekopieerd/gescand.

  • [Rechter pagina]: De rechterhelft van het origineel (geopend boek) wordt gekopieerd/gescand.

[Papiergewicht]

[Licht]

Voor een optimale scheiding van vellen moet de ADI van de scanner worden geconfigureerd voor verschillende materiaalgewichten:

  • Licht: voor vellen lichter dan 50 g/m²

  • Gemiddeld (standaard): voor vellen tussen 50 en 157 g/m²

  • Zwaar: voor vellen zwaarder dan 157 g/m²

[Gemiddeld]

[Zwaar]

[Origineel] -instellingen: [Formaat]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Formaat]

A4, A3, Letter, Ledger enz.

Origineel in de ADF of op de glasplaat:

  • Automatische formaatdetectie of

  • Voer het materiaalformaat van het origineel in.

    Wanneer een origineel geen standaardformaat heeft, kunt u de plus- en minknoppen gebruiken om de exacte afmetingen op te geven. Afmetingen kunnen worden opgegeven in stappen van 0.1 mm/0,004 inch. De tekst op de knop [Formaat] wordt gewijzigd in [Aangepast].

[Staand]

[Liggend]

  • Automatische detectie van afdrukstand of

  • Geef de afdrukstand van materiaal met een niet-standaardformaat aan

[Origineel] -instellingen: [Afb. type]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Afb. type]

[Gemengd]

Het origineel bevat een combinatie van tekst en afbeeldingen.

[Foto]

Het origineel bevat hoofdzakelijk of alleen afbeeldingen.

[Tekst]

Het origineel bevat hoofdzakelijk of alleen tekst.

[Afwerking] Instellingen - [Soort]

De standaardinstellingen leiden tot kleine bestanden met een acceptabel kwaliteitsverlies. Wanneer een hogere kwaliteit nodig is, stelt u een hogere kwaliteitsfactor in.

Instellen

Waarden

Omschrijving

[Soort]

[Formaat]

Selecteer het gewenste formaat.

[Compressie]

Geef de compressiefactor op om het bestandformaat te verkleinen.

OPMERKING

Een hogere compressiefactor resulteert in een scan met een lagere kwaliteit.

[Kwaliteit]

Wanneer een hogere kwaliteit nodig is, stelt u een hogere waarde voor [Kwaliteit] in.

[PDF/A]

Selecteer [Aan] om de optie PDF/A-1b in de kleurmodus te gebruiken. Dit is de standaard ISO-indeling voor archiveringsdoeleinden.

[Afwerking] Instellingen - [Resolutie]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Resolutie]

[300 dpi]

Selecteer [300 dpi] wanneer u het gegenereerde bestand wilt bekijken of archiveren bijvoorbeeld.

[600 dpi]

Selecteer [600 dpi] wanneer u het gegenereerde bestand wilt afdrukken of bewerken bijvoorbeeld.

[Afwerking] Instellingen - [Formaat]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Formaat]

Alle mediaformaten die door de materiaalcatalogus worden ondersteund

Selecteer het materiaalformaat van het resulterende bestand.

[Afwerking] Instellingen - [Zoomen]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Zoomen]

[Op pagina]

U kunt voor het bestand een materiaalformaat selecteren dat anders is dan het materiaalformaat van het origineel. Wanneer de instelling [Op pagina] is ingeschakeld, brengt het systeem het origineel op schaal zodat het beeld past op het geselecteerde materiaalformaat van het bestand.

[Procent]

Gebruik deze instelling om de zoom handmatig te wijzigen binnen het bereik van 25% tot 400%.

[Afwerking] Instellingen - [Uitlijnen]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Uitlijnen]

[Links boven]

Met de instelling [Uitlijnen] kunt u de positie van het beeld op het vel opgeven.Met [Links boven] verplaatst u het beeld naar de linkerbovenhoek van het vel.

[Boven in het midden]

Met [Boven in het midden] verplaatst u het beeld naar het midden van de bovenkant van het vel.

[Rechts boven]

Met [Rechts boven] verplaatst u het beeld naar de rechterbovenhoek van het vel.

[Links in het midden]

Met [Links in het midden] verplaatst u het beeld naar het midden van de linkerkant van het vel.

[Midden]

Met [Midden] verplaatst u het beeld naar het midden van het vel.

[Rechts in het midden]

Met [Rechts in het midden] verplaatst u het beeld naar het midden van de rechterkant van het vel.

[Linksonder]

Met [Linksonder] verplaatst u het beeld naar de linkerhoek onder aan het vel.

[Onder in het midden]

Met [Onder in het midden] verplaatst u het beeld naar het midden van de onderkant van het vel.

[Rechtsonder]

Met [Rechtsonder] verplaatst u het beeld naar de rechterhoek onder aan het vel.

[Afwerking] Instellingen - [Kantlijn wissen]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Kantlijn wissen]

[Bindrand]

De marges van een document kunnen bijvoorbeeld soms bepaalde notities of ponsgaten bevatten. Met het apparaat kunt u deze elementen verbergen op de kopie. Met de plus- en minknoppen van de instelling [Bindrand] kunt u opgeven hoeveel marge van het origineel u wilt verwijderen. U kunt een waarde tot 100 mm/3,94 inch opgeven.

[Afwerking] Instellingen - [Belichting]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Belichting]

[Donker]

U kunt de instellingen voor lichte en donkere gebieden op de afdruk afzonderlijk aanpassen.

  • Selecteer een waarde tussen -1 en -3 wanneer een gedeelte op de uitvoer donkerder moet zijn.

  • Selecteer een waarde tussen 1 en 3 wanneer het gebied lichter moet zijn.

[Licht]

  • Selecteer een waarde tussen -1 en -3 wanneer het gebied donkerder moet zijn.

  • Selecteer een waarde tussen 1 en 3 wanneer een gedeelte op de uitvoer lichter moet zijn.

[Afwerking] Instellingen - [Kleur/zwart-wit]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Kleur/zwart-wit]

[Zwart-wit]

Selecteer deze instelling om zwart-wit scans te maken.

[Grijstinten]

Selecteer deze instelling om grijswaardenscans te maken. Wanneer u deze optie selecteert, worden de functies [Afb. type] en [Zoomen] uitgeschakeld. Het bestandstype wordt automatisch gewijzigd naar de voorkeursinstellingen.

[Kleur]

Selecteer deze instelling om kleurenscans te maken.

OPMERKING

Om kleurenscans te maken moet de optie voor kleurenscans zijn gelicentieerd.

[Bestemming]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Bestemming]

Bij scannen naar een USB, kunt u de gewenste bestemming voor de scanopdracht op het USB-station opgeven. U kunt de hoofdmap van het USB-station selecteren of een nieuwe map met de naam ScansX, waarbij X een incrementeel nummer is. De eerste keer dat u deze optie gebruikt, heet deze map Scans1.

Voor de andere bestemmingen selecteert u de bestemming in het veld [Bestemming], bijvoorbeeld scannen naar e-mail of FTP.

[Opdrachtnaam]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Opdrachtnaam]

Bij scannen naar een USB, kunt u een opdrachtnaam opgeven.

[Geef de gebruikerscode op.]

Deze instelling is alleen van toepassing op scannen-naar-e-mail-opdrachten. Deze instelling is alleen van toepassing wanneer u geen adresboek hebt geconfigureerd voor scannen naar e-mail.

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Geef de gebruikerscode op.]

Deze instelling is alleen van toepassing op scannen-naar-e-mail-opdrachten. De LDAP-server moet worden geconfigureerd voor het gebruiken van de functie scannen naar e-mail. De LDAP-server bevat toewijzingen van unieke gebruikerscodes en e-mailadressen. Wanneer u uw gebruikerscode invoert, bijvoorbeeld uw werknemersnummer of telefoonnummer, controleert de LDAP-server of u een geregistreerde gebruiker bent. Als u een geregistreerde gebruiker bent, zendt het systeem de scanopdracht als bijlage naar het bijbehorende e-mailadres.

OPMERKING

De naam van deze knop is afhankelijk van de naam die is opgegeven in het bestand met scanprofielen.

[Ontvangers]

Deze instelling is alleen van toepassing op scannen-naar-e-mail-opdrachten.

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Ontvangers]

Afhankelijk van de configuratie van Scannen naar e-mail kunt u een of meer e-mailadressen van een gebruikerscode invoeren.

[E-mailonderwerp]

Geef het onderwerp van de e-mail op.

[Accounting-id]

Instelling

Waarden

Omschrijving

[Accounting-id]

Voer de accountcode in van de huidige opdracht. De [Accounting-id] -instelling is alleen beschikbaar als de accountingfunctie op de PRISMAsync-controller is ingeschakeld.