Loading

De instellingen voor scannen naar e-mail configureren

Inleiding

Als u de functie voor scannen naar e-mail wilt gebruiken, moet de systeembeheerder deze functie configureren in Settings Editor in PRISMAsync Print Server. Een scanopdracht wordt als een bijlage naar het opgegeven e-mailadres verzonden.

De instellingen voor scannen naar e-mail configureren

In de onderstaande tabel worden de instellingen beschreven die de systeembeheerder moet configureren in Settings Editor. Ga naar [Configuratie]  → [Connectiviteit].

Tabel 1. Instellingen voor scannen naar e-mail in Settings Editor

De instelling [E-mailserver]

Omschrijving

[Verbinding met e-mailserver testen]

Klik op [Verbinding testen] om te controleren of de functie voor scannen naar e-mail correct is geconfigureerd.

[Hostnaam/IP-adres van mailserver]

De naam of het IP-adres van de SMTP-server die de e-mailberichten met de scanopdrachten verwerkt.

[Poort]

Het TCP-poortnummer van de SMTP-server. De standaardwaarde is 25.

[Verbinding met e-mailserver]

[Gebruikersnaam]

De gebruikersnaam die wordt gebruikt om toegang tot de SMTP-server te krijgen wanneer scanopdrachten worden verzonden.

[Wachtwoord]

Het wachtwoord dat hoort bij de gebruikersnaam.

[Afzender]

De naam die wordt weergegeven als de afzender van het e-mailbericht met de scanopdracht.

De instelling [Scannen naar e-mail]

Omschrijving

[Adresboekbestand uploaden]

Klik op [Verbinding testen] om te controleren of de functie voor scannen naar e-mail correct is geconfigureerd.

[Adresboekbestand downloaden]

De naam of het IP-adres van de SMTP-server die de e-mailberichten met de scanopdrachten verwerkt.

[Maximale grootte van bijlage]

De toegestane maximumgrootte voor de bijgevoegde scanopdracht in MB. U kunt een waarde tussen 0 - 2147483647 in stappen van 1 invoeren. De waarde 0 staat voor 'onbeperkt'. De standaardwaarde is 5 MB.

[Meerdere ontvangers]

Wanneer deze optie is ingeschakeld, kunt u de scanopdracht naar één of meerdere e-mailadressen verzenden. U moet het e-mailadres invoeren op het bedieningspaneel. Scheid de e-mailadressen met ';'.

[Domein van ontvangers]

Geef op of gebruikers gescande documenten mogen verzenden naar ontvangers uit alle domeinen.

[Domeinnaam invoeren]

De naam van het domein.

[Persoonlijk gebruik van scannen naar e-mail]

Geef op of gebruikers gescande documenten mogen verzenden naar andere e-mailadressen die niet naar het e-mailadres van de huidige gebruiker verwijzen.

U kunt de e-mailadressen op verschillende manieren opgeven:

  • Voer het e-mailadres in.

  • Voer een LDAP-gebruikerscode in.

  • Selecteer het e-mailadres in een lijst met adressen.

De instellingen voor de LDAP-server configureren