Loading

De instellingen voor scannen naar bestand configureren

Inleiding

Als u de functie voor scannen naar bestand wilt gebruiken, moet de systeembeheerder deze functie configureren in Settings Editor op de PRISMAsync-controller ([Configuratie] -> [Connectiviteit] ). Een scanopdracht wordt verzonden naar de geconfigureerde FTP-server.

De instellingen voor scannen naar bestand configureren

In de onderstaande tabel worden de instellingen beschreven die de systeembeheerder moet configureren in Settings Editor.

Tabel 1. Instellingen voor scannen naar bestand in Settings Editor

Instellen

Omschrijving

[Verbinding met FTP-server testen]

Klik op [De test starten] om te controleren of de functie voor scannen naar bestand correct is geconfigureerd.

[Gebruik van de scanfunctie]

Deze optie moet zijn ingesteld op [Ingeschakeld].

[Hostnaam/IP-adres]

De naam of het IP-adres van de FTP-server die de scanopdrachten ontvangt.

[Poort]

Het TCP-poortnummer van de FTP-server. De standaardwaarde is 21.

[Verbinding met FTP-server]

Geef op hoe de verbinding met de FTP-server wordt beveiligd.

[Gebruikersnaam]

De gebruikersnaam die wordt gebruikt om toegang tot de FTP-server te krijgen wanneer scanopdrachten worden verzonden.

[Wachtwoord]

Het wachtwoord dat hoort bij de gebruikersnaam.

[Bestemmingsmap]

De map op de FTP-server waarnaar de scanopdrachten worden verzonden.

[Scannen naar USB]

Deze optie moet zijn ingesteld op [Ingeschakeld] om de functie voor scannen naar USB te gebruiken.

[Voorvoegsel van de bestemmingsmap voor scannen naar USB]

Voer een voorvoegsel in dat moet worden gebruikt bij het verzenden van scanopdrachten naar een USB-apparaat.