De printer is voorzien van efficiënt, betrouwbaar uitvoerherstel in geval van een fout. Uitvoerherstel is standaard ingesteld op [Normaal]. Wanneer de fout is hersteld, wordt de opdracht automatisch vervolgd vanaf de pagina waarop de fout is opgetreden.
Voor sommige afdrukomgevingen is het echter vereist dat meervoudige kopieën moeten worden voorkomen, bijvoorbeeld bij transactieprinten van waardevolle documenten, zoals cheques. In een dergelijke omgeving moet [Uitvoerherstel] in uw IPDS-setup zijn ingesteld op [Onderdrukt].
Wanneer het uitvoerherstel wordt onderdrukt, wordt de uitvoer niet automatisch hersteld. Alle pagina's in behandeling in de printer worden verwijderd en de stapel wordt uitgeworpen. Het hostsysteem en de operator zijn verantwoordelijk voor het herstel. De operator moet de opdracht handmatig opnieuw starten op de juiste pagina.
In de onderstaande tabellen wordt beschreven wat er gebeurt wanneer het normale uitvoerherstel of het onderdrukte uitvoerherstel wordt geselecteerd.
|
Opdracht |
Opdrachtvoortgangsstatus |
Normaal uitvoerherstel |
Resultaat op de uitvoerlocatie na foutherstel |
|---|---|---|---|
|
Vellen zijn afgedrukt. |
Worden gestapeld op een van de uitvoerlocaties. |
Vellen bevinden zich op de uitvoerlocatie |
|
|
Vellen zijn geript in het geheugen van de controller (inclusief foutpagina's). |
Blijven in het geheugen van de controller staan. |
Wanneer de fout is hersteld, begint de printer met het afdrukken van de eerste pagina in het geheugen van de controller. |
|
|
Vastgelopen vellen in het apparaat. |
Volg de instructies op het bedieningspaneel om de papierstoring te verhelpen. De operator moet deze vastgelopen vellen handmatig verwijderen. |
Deze vellen blijven in het geheugen van de controller staan. Wanneer de printer begint met afdrukken, worden deze pagina's opnieuw afgedrukt. |
|
|
Vellen in het geheugen van de host. |
Blijven in het geheugen van de host staan. |
Deze vellen blijven in het geheugen van de host staan. Wanneer de printer begint met afdrukken, worden deze pagina's geript en verzonden naar de controller. |
Vellen die zijn geript in het geheugen van de controller, worden uit het systeem verwijderd. De operator moet deze ontbrekende pagina's als nieuwe transactieprintopdracht verzenden naar de printer.
|
Opdracht |
Opdrachtvoortgangsstatus |
Onderdrukt uitvoerherstel |
Resultaat op de uitvoerlocatie na foutherstel |
|---|---|---|---|
|
|
Vellen zijn afgedrukt. |
Worden gestapeld op een van de uitvoerlocaties. |
Vellen bevinden zich op de uitvoerlocatie |
|
|
Vellen zijn geript in het geheugen van de controller (inclusief foutpagina's). |
Worden volledig verwijderd. |
Deze vellen worden niet verzonden naar de uitvoerlocatie. |
|
|
Vastgelopen vellen in het apparaat. |
Volg de instructies op het bedieningspaneel om de papierstoring te verhelpen. De operator moet deze vastgelopen vellen handmatig verwijderen. |
Deze vellen worden niet verzonden naar de uitvoerlocatie. |
|
|
Vellen in het geheugen van de host. |
Blijven in het geheugen van de host staan. |
Wanneer de fout is hersteld, begint de printer met het afdrukken van de eerste pagina in het geheugen van de host. |