Als er voor- of achterkaften nodig zijn, worden de instellingen doorgaans bijvoorbeeld ingesteld in het printerstuurprogramma. U kunt de instellingen voor de kaften echter via het bedieningspaneel bekijken en wijzigen.
U kunt de volgende instellingen voor de voor- en achterkaft afzonderlijk wijzigen.
Het gebruik van een kaft in- of uitschakelen.
Het gewenste materiaal in de materiaalcatalogus selecteren.
Aangeven of de kaft blanco moet blijven of enkel- of dubbelzijdig moet worden bedrukt.
U kunt deze instelling niet wijzigen voor de actieve afdrukopdracht .