Loading

Stop de printer

Inleiding

De printer kan op twee manieren worden gestopt.

  • Handmatig

    Gebruik de Stop-knop of de [Stop na opdracht] -knop om de printer te stoppen.

  • Automatisch

    Bepaal een bijbehorende instelling in de workflowprofielen.

Stop de printer handmatig

Tabel 1. Handmatig stoppen

Wanneer stoppen

Handeling

Omschrijving

Na een set

Eén keer op de Stop-knop drukken

  • De printer stopt wanneer de geprinte set van de actieve afdrukopdracht is voltooid.

  • Op het dashboard wordt de knop [Vrijgeven] weergegeven met een verticale groene balk en het bericht [Stoppen na set...].

  • Wanneer de set is voltooid, verandert de verticale groene balk in een rode balk en wordt het bericht [Onderbroken] weergegeven.

  • Druk op de toets [Vrijgeven] om verder te gaan met afdrukken.

OPMERKING

Wanneer de printer stopt, hangt af van de setgrootte en het moment waarop u de Stop-knop indrukt. Wanneer u bijvoorbeeld een grote set van 1000 pagina's hebt en u na de eerste pagina op de Stop-knop drukt, zal het afdrukken nog enkele minuten doorgaan.

Zo snel mogelijk

Twee keer op de Stop-knop drukken

  • De printer stopt wanneer de printerbuffer leeg is (zo snel mogelijk).

  • Op het dashboard wordt de knop [Vrijgeven] met een verticale rode balk weergegeven en het bericht [Wordt snel gestopt...].

  • Wanneer de printerbuffer leeg is, wordt het bericht [Onderbroken] weergegeven.

  • Druk op de toets [Vrijgeven] om verder te gaan met afdrukken.

OPMERKING

De buffer kan maximaal vijftig pagina's bevatten. Omdat de printer stopt wanneer de buffer leeg is, is het mogelijk dat de laatst afgedrukte set niet compleet is.

Na een opdracht

Druk op de knop [Stop na opdracht]

  • In [Opdrachten] -> [Wachtrijen] -> [Geplande opdrachten] moet u de opdracht selecteren na welke de printer moet stoppen. Druk daarna op de knop [Stop na opdracht].

  • Een horizontale, rood-witte stopbalk geeft aan dat de functie voor stoppen-na-opdracht is geactiveerd.

  • De printer stopt wanneer de laatste opdracht voor de stopbalk is voltooid.

  • Druk op de toets [Vrijgeven] om verder te gaan met afdrukken.

OPMERKING

De knop [Stop na opdracht] is niet beschikbaar wanneer de instelling [Bevestiging van start van opdracht: Aan] in de actieve [Workflowprofiel] is ingesteld op [Aan]. Daarna zal de printer na iedere opdracht automatisch stoppen.

OPMERKING

Als u streamopdrachten afdrukt of opdrachten die uit één grote set bestaan, moet u de Stop-knop twee keer indrukken om de printer zo snel mogelijk te stoppen.

Procedure

Tabel 2. Automatische stop.

Actie

Betekenis

  • De instelling [Eerste set controleren] in een [Workflowprofiel] is [Aan] en

  • De instelling [Eerste set controleren] is ook ingeschakeld in de opdracht.

De printer stopt iedere keer als de eerste set van een afdrukopdracht gereed is. U kunt de eerste set controleren voordat u verdergaat met de afdrukopdracht.

De instelling [Bevestiging van start van opdracht: Aan] in een [Workflowprofiel] is [Aan].

De printer stopt steeds aan het begin van een opdracht. U moet dan elke opdracht handmatig starten.