De Arizona 2200 XT maakt gebruik van een vacuüm om materiaal op de printertafel te kunnen vasthouden. Het vacuüm van de tafel – in meerdere zones verdeeld – wordt geleverd door twee onafhankelijke vacuümpompen. Pomp 1 zorgt voor het vacuüm van de A-zones en de C-zone. De operator kan de vacuümstroming naar de C-zone regelen met het handmatig bediende aan/-uit-ventiel. Pomp 2 zorgt voor het vacuüm van de B-zones. Alle XT-printers worden geleverd met metrische vacuümzones. De configuratie kan door een gekwalificeerd servicemedewerker worden omgezet van metrisch naar Brits (de monteur die uw printer installeert kan dit eventueel doen).
Zoals blijkt uit de afbeeldingen zijn er drie A-zones en drie B-zones. Deze zones worden geregeld met behulp van vijf vacuümhendels. Zone B1 en A1 zijn altijd ingeschakeld als het vacuüm wordt geactiveerd. Zone A2, A3 en B2, B3 worden geregeld via de twee vacuümhendels links en de twee vacuümhendels rechts. De C-zone wordt geregeld met de middelste vacuümhendel.
Doordat het vacuüm van de zones onafhankelijk geregeld kan worden, kan de operator met minimale vertraging printen in een modus met twee bronnen.
Gebruik de vacuümmeter om te bepalen of een zone voldoende afgedekt is. Als de actieve zone voldoende is afgedekt, geeft de vacuümmeter 68 kPa of hoger aan. Door kleine lekkages kan deze waarde en daarmee het vacuüm afnemen. Ook poreus materiaal kan het vacuümeffect verminderen.
Als de vacuümmeter voor een actieve zone minder dan 34 kPa bedraagt en u ervoor hebt gezorgd dat het gebied op de juiste wijze is afgedekt en afgetapet, is er mogelijk een lek in het vacuümsysteem. Neem alleen contact op met een servicemedewerker als u de zone op de juiste wijze hebt afgedekt en de meter een constante lage waarde blijft aangeven.
Als u materiaal wilt plaatsen op printoorsprong B (A is standaard) moet u dit instellen in de ONYX-software of nadat de opdracht is verzonden in het scherm Afdrukopdrachten (dit wordt uitgelegd in het volgende gedeelte: 'Printen met twee bronnen').