De Spot Layer Tool is een tool in ONYX Thrive waarmee u gebieden kunt definiëren die met witte inkt of lak/glans moeten worden afgedrukt zonder extra bewerking in Adobe Photoshop of Adobe Illustrator.
Er zijn twee steunkleurkanalen beschikbaar: Steunkleur 1 en Steunkleur 2. In het algemeen worden Steunkleur 1-gegevens gebruikt voor witte inkt en Steunkleur 2-gegevens voor lak/glans. U kunt voor het printen van witte inkt, lak of beiden echter dezelfde steunkleurgegevens gebruiken.
De tool bevindt zich in ONYX Job Editor in het tabblad Kleurcorrectie.
Open een afdrukopdracht in de Job Editor met gebruikmaking van een ONYX-profiel (materiaalmodel) dat steunkleurkanalen bevat.
Selecteer het tabblad Kleurcorrecties.
Klik op Gereedschappen > Spot Layer Tool. Hiermee opent u de set met functies.
Plaats een vinkje bij Enable Spot Layer Generation (Genereren steunkleuren inschakelen) om het hulpprogramma te activeren.
Als het selectievakje voor inschakelen niet aangevinkt kan worden, is het materiaal dat u hebt gebruikt om de opdracht te openen niet geconfigureerd met de afdrukmodus Kwaliteit-gelaagd. Maak of bewerk uw materiaal zodanig dat steunkleurinkt wordt ondersteund in de Media Manager voordat u de opdracht opent in Job Editor (of download een materiaalmodel voor witte inkt van de website https://graphiplaza.cpp.canon).
Selecteer het steunkleurkanaal dat u gaat gebruiken om gegevens te creëren.
In het algemeen worden Steunkleur 1-gegevens gebruikt voor witte inkt en Steunkleur 2-gegevens voor lak.
Het hulpprogramma is voorzien van een verscheidenheid aan geavanceerde opties, en in dit gedeelte worden deze opties beschreven zodat u ze zodanig kunt instellen dat de gewenste resultaten worden gerealiseerd.
Selecteer het gedeelte van het ontwerp dat wordt toegevoegd aan het steunkleurkanaal en dat in wit of lak/glans wordt geprint.
Geen
Er zijn geen steunkleurgegevens gedefinieerd
Opvullaag
Met deze optie wordt een opvulling gegenereerd voor het gehele beeld (kader) door de onderlaag- en de maskervullingen te combineren. Als u deze optie inschakelt, worden de schuifregelaars voor de onderlaag en de maskervullingen samen vergrendeld en op 100% ingesteld. U kunt de ondoorzichtigheid van de opvulling wijzigen door een van de twee schuifregelaars te verplaatsen.
Beeldgebied vullen
Deze optie genereert een vulling voor het beeld zonder de onderlaag. Elke kleur, behalve wit (materiaalkleur), wordt ingesteld als beeldgebied. De ondoorzichtigheid van de vulling van de onderlaag is ingesteld op 100%, de ondoorzichtigheid van het maskervulling op 0%. U kunt de ondoorzichtigheid wijzigen door een van de twee schuifregelaars te verplaatsen.
Niet-beeldgebied vullen
Deze optie genereert een vulling voor de onderlaag zonder het beeld. Wit (materiaalkleur) is altijd ingesteld als Niet-beeld / Onderlaag. De ondoorzichtigheid van de vulling van de onderlaag is ingesteld op 0%, de ondoorzichtigheid van het maskervulling op 100%. U kunt de ondoorzichtigheid wijzigen door een van de twee schuifregelaars te verplaatsen.
Aangepast
Bepaal de ondoorzichtigheid van het beeld of de onderlaag door een van de schuifregelaars te verplaatsen.
Aangepaste vulopties
Ondoorzichtigheid vulling onderlaag: De ondoorzichtigheid van de niet-beeldgegevens. Wit (materiaalkleur) is ingesteld als Niet-beeld. De gegevens met 100% ondoorzichtigheid worden toegevoegd aan het steunkleurkanaal (Steunkleur 1 of Steunkleur 2). U kunt ook een masker gebruiken om gegevens uit het steunkleurkanaal te verwijderen.
Ondoorzichtigheid maskervulling: De ondoorzichtigheid van de beeldgegevens. Elke kleur behalve wit (materiaalkleur) is ingesteld als beeldgebied. De gegevens met 100% ondoorzichtigheid worden toegevoegd aan het steunkleurkanaal (Steunkleur 1 of Steunkleur 2). U kunt ook een masker gebruiken om gegevens uit het steunkleurkanaal te verwijderen.
Choke en Spread: Choke zorgt voor een afname van de onderlaagvulling aan de buitenrand. Gebruik choke als u wilt voorkomen dat er wit aan de rand van het beeld tevoorschijn komt. Spread zorgt voor een toename van de onderlaagvulling aan de buitenrand. Gebruik spread als u bewust een halo-effect aan de rand van het beeld wilt creëren. Choke en spread werken samen. Elke markering op de schuifregelaar staat voor 1 pixel breedte choke of spread tot 10 pixels (+-). Wij bevelen een choke-waarde van 3 tikken aan.
De feitelijke voorbeeldweergave in de Job Editor is overdreven ten opzichte van wat er geprint wordt. Met deze overdreven weergave is het voor u gemakkelijker de resultaten van verplaatsingen van de schuifregelaar te zien.
Diffuse rand: Gebruik deze optie als u een geleidelijke overgang wilt van de onderlaag naar het masker, om een zachte rand voor de vulling te creëren. Het gebruik van deze optie wordt niet aangeraden.
Als u de Spot Layer Tool wilt gebruiken om opvullingen, onderlaagvullingen of beeldgebiedvullingen te maken, is het niet altijd nodig een masker- of materiaalkleur op te geven om de gewenste resultaten te verkrijgen.
De materiaalkleur instellen
Om de kleur van het materiaal te bekijken in de Job Editor.
Om de gebieden te identificeren die de materiaalkleur gebruiken en zullen worden verwijderd (knock-out) maar deel moeten uitmaken van het steunkleurkanaal.
Om de materiaalkleur in te stellen klikt u op het voorbeeldvak om de kleurstaal te activeren of gebruikt u de vervolgkeuzepijl om de kleur uit de voorbeeldweergave te kiezen. Wit is ingesteld als de standaard materiaalkleur.
Masker instellen
U kunt een kleur selecteren die het maskergebied definieert (gegevens die worden verwijderd uit de selectie van het steunkleurkanaal).
Als het beeld dat u print niet alleen in het maskergedeelte witte gegevens bevat, moet u een andere achtergrondkleur instellen (een kleur die niet elders in het bestand wordt gebruikt) om als uw masker te gebruiken. Om ervoor te zorgen dat de maskerselectie plaatsvindt zonder die delen van uw beeld te selecteren die dezelfde kleur hebben, is het noodzakelijk een laag te maken in Illustrator die als het masker fungeert.
Workflow:
Om maskerkleur toe te voegen, opent u uw ontwerp in Adobe Illustrator
Maak een kader rond uw beeld met de Rectangle Tool en vul het kader met een kleur die nergens in uw beeld voorkomt. Voor dit voorbeeld hebben we rood gebruikt (uit 100% magenta en 100% geel).
Plaats deze rechthoek achter uw beeldgegevens, ofwel eronder ofwel in een nieuwe sublaag. Het is niet nodig Overprint-kenmerken voor deze laag te kiezen.
Het voorbereide bestand moet overeenkomen met het voorbeeld hieronder.
Open het bestand in ONYX Thrive - Job Editor - Spot Layer Tool
De maskerkleur instellen
Klik op het voorbeeldvak om de kleurstaal te activeren of gebruik de vervolgkeuzepijl om de kleur uit de voorbeeldweergave te kiezen. Selecteer de rode achtergrond. De kleur die u als masker selecteert, maakt geen deel uit van het steunkleurkanaal.
Als u de maskerkleur hebt ingesteld, wilt u mogelijk een deel van het ontwerp verwijderen om de materiaalkleur te gebruiken. Selecteer de knock-out-optie voor het masker. De term 'Knock-out' betekent verwijderen uit de selectie.
Geen knock-out - Als u een materiaalkleur hebt ingesteld om uw uitvoer te visualiseren, kiest u deze optie. Hiermee worden het beeld en de steunkleurgegevens geprint zonder knock-out.
Knock-out steunkleur - Als u deze optie kiest, verwijdert de RIP-Queue de steunkleurgegevens overal waar de beeldgegevens overeenkomen met de door u ingestelde maskerkleur. Gebruik deze optie als u de steunkleurgegevens wilt verwijderen maar wel de beeldgegevens wilt printen die overeenkomen met de materiaalkleur.
Volledige knock-out - Als u deze optie kiest, verwijdert de RIP-Queue overal de steunkleurgegevens en de beeldgegevens waar deze overeenkomen met de door u gekozen maskerkleur. Gebruik deze optie als u de steunkleurgegevens en beeldgegevens wilt verwijderen, zodat het materiaal volledig kan doorschijnen.
De opties voor het genereren worden gebruikt in combinatie met de vulopties, behalve als de optie voor het omgaan met materiaalkleuren wordt ingesteld op No Knockout (geen knock-out). Als u wilt dat de materiaalkleur van het beeld door het ontwerp heen schijnt, moet u eerst uw vulopties instellen, daarna de materiaalkleur instellen en vervolgens “Knock-out steunkleur” of “Volledige knock-out” selecteren.
Het masker is ingesteld op volledige knock-out. Het steunkleurkanaal wordt ingesteld om het beeldgebied te vullen, maar de maskergegevens worden uit de selectie verwijderd. Dit betekent dat de rode achtergrond in het beeld niet wordt afgedrukt.
Filter
Zodra u uw instellingen hebt opgegeven, kunt u ze opslaan door een filter te exporteren voor gebruik bij gelijksoortige opdrachten. Een filter is een globale kleurcorrectie die op Quick Sets kan worden toegepast om het printproces voor meerdere opdrachten met dezelfde instellingen te automatiseren.
Veel van de Quick Set- en filterinstellingen voor een opdracht kunnen desgewenst alsnog gewijzigd worden in de RIP-Queue of Job Editor.