Wanneer u materiaal laadt, moet u zorgen dat u altijd de juiste materiaalsoort en het juiste materiaalformaat op de printer installeert en instelt. Afhankelijk van uw behoeften kunt u de productiviteit op verschillende manieren omhoog brengen.
|
Als de productiviteit met verschillende materiaalformaten de belangrijkste vereiste is. |
|
|---|---|
|
1 |
Plaats tot zes materiaalrollen met verschillende materiaalformaten en dezelfde materiaalsoort op de printer. |
|
2 |
Gebruik de afdrukstand [Liggend] om een opdracht af te drukken op een materiaalformaat dat één formaat groter is dan het op het systeem opgegeven materiaalformaat. Een A1-vel drukt u bijvoorbeeld liggend af op een A0-vel en een A2-vel liggend op een A1-vel. U hoeft het materiaal niet handmatig af te snijden. |
|
3 |
Gebruik de instelling [Lange rand eerst] of [Lange rand eerst met 180° extra rotatie] op het bedieningspaneel of in WebTools Express om de afdrukstand automatisch te roteren. |
|
Als de productiviteit de enige belangrijke vereiste is. |
|
|---|---|
|
1 |
Plaats twee of meer materiaalrollen en geef deze op de printer op met dezelfde materiaalformaten en dezelfde materiaalsoorten.  OPMERKING
Als rol 1 leeg is, schakelt de printer automatisch over naar rol 2. Wanneer een specifiek rolnummer is ingesteld in de opdracht, hangt het gedrag af van de instelling [Rol leeg: wanneer een specifiek rolnummer is ingesteld]. |