Deze instelling wordt alleen gebruikt wanneer [Afdrukkwaliteit] is ingesteld op [Print Assistant].
De [Print Assistant] beslist welke printinstelling moet worden gebruikt, op basis van de gemiddelde tonerbedekking van de afdruk.
Door de afbeelding te analyseren kan de Print Assistant automatisch bepalen wat de beste afdrukinstelling voor elk document is. Met de instelling [Gedrag Print Assistant] kunt u het resultaat van de analyse van de Print Assistant afstemmen op uw specifieke behoeften. De drempel voor het omschakelen van de ene modus naar de andere kan worden gewijzigd met [Gedrag Print Assistant] ¹. Op deze manier kan de key-operator de [Print Assistant] afstellen om de snelheid en kwaliteit verder naar behoefte te optimaliseren. De [Print Assistant] is de standaard modus voor de ColorWave 3800.
¹ Het getal in [Gedrag Print Assistant] staat voor een positie op een schaal van 0 tot 100. Een hoog getal betekent een hogere printkwaliteit, een laag getal betekent meer snelheid.
Stel de schuifbalk in op '100' als de afdrukkwaliteit de belangrijkste factor is.