Loading

Back-up van de configuratie maken en herstellen

Reservekopieën maken van de configuratie

De volledige configuratie wordt opgeslagen via een back-upprocedure.

  1. Sluit PRISMAprepare, [Hot Folder Administration] en de [Hot Folder Monitoring Console].

  2. Ga naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan.

  3. Klik op de knop [Back-up maken] om de back-upprocedure te starten.

    OPMERKING

    De volledige configuratie wordt opgeslagen via een back-upprocedure.

  4. Geef een bestandsnaam op en klik op [Opslaan].

    De configuratie wordt opgeslagen in een zipbestand dat XML-bestanden, REG-bestanden, afbeeldingsbestanden, sjablonen en scriptbestanden kan bevatten.

De configuratie herstellen

U kunt het back-upbestand in een ongeconfigureerde toepassing herstellen om deze toepassing te configureren.

  1. Sluit PRISMAprepare, [Hot Folder Administration] en de [Hot Folder Monitoring Console].

  2. Klik op [Bladeren...]. Blader naar het configuratiebestand. Het configuratiebestand is een zipbestand.

  3. Selecteer het ZIP-bestand en klik op [Openen].

  4. U moet opgeven welk onderdeel van de configuratie moet worden hersteld tijdens een herstelprocedure.

    U kunt een of meer opties selecteren. Selecteer alle opties om alle bestanden te herstellen.

    • Selecteer de optie [Configuratie] om de gebruikersconfiguratie van de beheerconsole te herstellen. De gebruikersconfiguratie omvat de beschikbare printers voor de toepassing, de gegevensmap, de externe toepassingen, de printerafbeeldingen, de handmatige en automatische preflightregels, en registergegevens

    • Selecteer de optie [Materiaalcatalogus] om de materiaalcatalogus en de ponspatronen te herstellen.

    • Selecteer de optie [Gebruikersinstellingen] om de gebruikersconfiguratie van de toepassing te herstellen. U kunt bijvoorbeeld de toepassingsopties, de lay-out van de vensters en de kolomposities en -formaten herstellen.

      Met deze optie herstelt u tevens de gebruikersconfiguratie voor de importmap(pen).

    • Selecteer de optie [Afwerksjablonen] om de afwerksjablonen te herstellen.

    • Selecteer de optie [Kleurenpalet] om de door de gebruiker gedefinieerde kleuren te herstellen.

    • Selecteer de optie [Automatiseringssjablonen] om de sjablooncatalogus te herstellen. De sjablooncatalogus bestaat uit door de gebruiker gedefinieerde sjablonen voor documenten die dezelfde opmaak moeten hebben.

    • Selecteer de optie [Stempelcatalogus] om de door de gebruiker gedefinieerde stempels te herstellen.

    • Selecteer de optie [Inslagsjablonen en kleurstroken] om de door de gebruiker gedefinieerde [Sjablonen voor inslag] en [Kleurstroken] te herstellen.

    • Selecteer de optie [Importmappen] om de configuratie van de importmap(pen) te herstellen.

      OPMERKING

      Schakel ook de optie [Gebruikersinstellingen] in om de gebruikersconfiguratie voor de importmap(pen) te herstellen.

    • Selecteer de optie [Near-line afwerking] om de afwerkingsstromen voor near-line afwerking te herstellen.

  5. Klik op [Herstellen].