Loading

De materiaalstapcorrectiefactor bepalen

Inleiding

Als u op rolmateriaal print, kunnen er onregelmatigheden optreden in de hoeveelheid materiaal die bij elke printstrook wordt doorgevoerd. Dit wordt een afwijking in de materiaaldoorvoer genoemd. Hierdoor kunnen strepen ontstaan, in de vorm van zwarte lijnen of witte onderbrekingen. In onderstaand figuur is deze streepvorming te zien.

Streepvorming bij materiaaldoorvoer
  • A) Te langzaam doorvoeren kan resulteren in donkere lijnen op de plaatsen waar het materiaal niet voldoende is doorgevoerd en de plaatsing van een strook de vorige strook overlapt. Hiervoor is een hogere correctiefactor nodig.

  • B) Te snel doorvoeren kan resulteren in witte onderbrekingen, waar een strook op een aanzienlijke afstand van de vorige strook is geplaatst. Hiervoor is een lagere correctiefactor nodig.

  • C) Ideale doorvoer, als het materiaal correct wordt doorgevoerd. Hiervoor zijn uiteraard geen wijzigingen nodig.

Doel

Met de correctiefactor bij afwijkingen in de materiaaldoorvoer kan de operator de materiaaldoorvoer minutieus afstellen om zo de printkwaliteit te optimaliseren.

Over deze taak

De correctie is uitsluitend vereist indien deze specifieke streepvorming zich voordoet. Als u geen streepvorming aantreft in uw beelden, hoeft u de standaardwaarde (50) niet te wijzigen.

Voordat u begint

Het is van kritiek belang het materiaal zo te plaatsen dat de materiaalrand bij de toevoer- en opwikkelrol is uitgelijnd met een marge van niet meer dan 1 mm.

De correctiefactor voor afwijkingen bij materiaaldoorvoer gebruiken In het menu Roll Media Manager kunt u de het veld Stapcorrectie selecteren en een waarde invoeren van 0 tot 100. De standaardwaarde is 50. U kunt een lagere waarde invoeren om de witte onderbrekingen te corrigeren, of een hogere waarde om de donkere lijnen te corrigeren.

Procedure

  1. Plaats verschillende exemplaren van de correctieprint in de printwachtrij.
  2. Print met een standaardcorrectie van 50 (opgegeven in Roll Media Manager).
  3. Als er witte lijnen verschijnen, ligt de snelheid van de materiaaldoorvoer te hoog. Verlaag de correctiefactor geleidelijk totdat de witte lijnen verdwijnen. Noteer de correctiewaarde. Verlaag de waarde verder tot er donkere lijnen verschijnen, en noteer ook deze waarde. Het gemiddelde van deze twee waarden is doorgaans de ideale correctiefactor voor dit materiaal.
  4. Als er zwarte lijnen verschijnen, ligt de snelheid van de materiaaldoorvoer te laag. Verhoog de correctiefactor geleidelijk totdat de donkere lijnen verdwijnen. Noteer de correctiewaarde. Verhoog de correctiefactor verder tot er witte lijnen verschijnen, en noteer ook deze waarde. Het gemiddelde van deze twee waarden is doorgaans de ideale correctiefactor voor dit materiaal.