U kunt printers en een aantal printerinstellingen configureren in [PRISMAprepare Administration]. U moet beschikken over beheerdersrechten om andere instellingen te configureren in [PRISMAprepare Administration].
U kunt het hulpprogramma voor de detectie van printers gebruiken om printers eenvoudig toe te voegen aan PRISMAprepare.
Met dit hulpprogramma kunt u printers in uw netwerk detecteren en de configuratie van de printers ontvangen via een standaard SNMP-protocol. Het SNMP-protocol moet zijn ingeschakeld op de printers. Wanneer SNMP niet is ingeschakeld, kunt u printers nog wel handmatig toevoegen.
Open de [PRISMAprepare Administration].
Selecteer [Printerinstellingen].
Voeg printers toe en configureer deze.
Klik op de knop [Help] voor meer informatie over het configureren van de [Printerinstellingen].
U kunt de specifieke afwerksjablonen beheren voor de afwerkstations waarover de gebruikers kunnen beschikken. De afwerkstations kunnen online of offline zijn. Welke vouw-, pons- en nietopties voor een specifiek afwerkstation en documenttype beschikbaar zijn, is afhankelijk van de afwerksjabloon. De gebruikers kunnen altijd beschikken over de algemene sjablonen voor nietjes. De algemene sjablonen voor ponsen, vouwen en brochures kunnen beschikbaar worden gesteld voor de gebruikers.
Open de [PRISMAprepare Administration].
Selecteer [Instellingen van toepassing].
Dubbelklik op de optie [Afwerkingssjablonen] in het rechterdeelvenster.
Configureer de afwerksjablonen.
Klik op de knop [Help] voor meer informatie over het configureren van de [Afwerkingssjablonen].
De ponspatronen bepalen de ponsparameters voor geperforeerd materiaal. U kunt ook ponspatronen maken voor aangepast geperforeerd materiaal. De ponspatronen zijn beschikbaar in de materiaalcatalogus. Selecteer het juiste patroon voor geperforeerd materiaal om de voorbeeldweergave van uw document te verbeteren. De ponspatronen kunnen ook worden afgelezen uit afwerksjablonen die ponspatronen bevatten.
Open de [PRISMAprepare Administration].
Selecteer [Instellingen van toepassing].
Dubbelklik op de optie [Ponspatronen] in het rechterdeelvenster.
Configureer de ponspatronen.
Klik op de knop [Help] voor meer informatie over het configureren van de [Ponspatronen].