Loading

Overzicht van apparaten

Inleiding

In [Apparaten] de werkruimte krijgt u een overzicht van de status van de beschikbare apparaten. U kunt apparaten in deze lijst in- en uitschakelen. U kunt ook een apparaat verwijderen. Als u apparaten wilt toevoegen, moet u de Cloud Proxy gebruiken. Als u deze niet hebt geïnstalleerd, vindt u onder aan de pagina de koppeling naar het installatiepakket voor de ondersteunde platforms.

Illustratie

Het belangrijkste werkruimtegebied bevat de lijst met alle apparaten.

De tabel [De lijst met apparaten]

Voor elk apparaat wordt de volgende informatie weergegeven:

Veld

Omschrijving

[Naam]

Naam van het apparaat.

[Serienummer]

Het serienummer van het apparaat.

[Hostnaam]

De naam van de netwerkhost, indien beschikbaar.

[Printer]

Apparaatmodel.

[IP-adres]

Het netwerk-IP-adres van het apparaat.

[Afdrukserver]

Type afdrukserver.

Kan een van de volgende zijn:

  • PRISMAsync

  • non PRISMAsync

[Versie]

Versie van de software die op het apparaat is geïnstalleerd.

[Status]

Status van het apparaat:

  • [Ingeschakeld]

    Dit apparaat kan vrij worden gebruikt.

  • [Uitgeschakeld]

    Het gebruik van dit apparaat is verboden voor alle gebruikers van deze tenant.

[Communicatietype]

Type communicatie tussen de toepassing en het apparaat. Kan een van de volgende zijn:

  • [Native] - directe communicatie.

  • [Proxy] - apparaat is toegankelijk via proxy.

[Toepassingen]

[Beschikbare toepassingen]:

In deze lijst kunt u instellen of de beschikbare toepassingen kunnen worden geopend in de ruimte [Toepassingen].

[Verbindingsstatus]

Veld

Omschrijving

[Status van Cloud Proxy]

Verbindingsstatus: zal u laten weten of het apparaat is aangesloten of niet.

Status kan een van de volgende zijn:

  • [Geslaagd]

    Cloud Proxy is actief

  • [Fout]

    Cloud Proxy kan niet worden verbonden

[Apparaatstatus]

Verbindingsstatus: zal u laten weten of het apparaat is aangesloten of niet.

Status kan een van de volgende zijn:

  • [Geslaagd]

  • [Fout]

  • [Niet beschikbaar] (dit is de status voor alle [Uitgeschakeld] apparaten)

  • [Onbekend], als de verbinding verbroken is

  • [Er is een fout opgetreden]

    Het apparaat wordt niet ingeschakeld.

Knop [Verbinding testen]

Druk op de [Verbinding testen] knop als de verbinding met het apparaat is verbroken.

Procedure:

  1. U kunt instellen of een apparaat kan worden gebruikt in de toepassingen die u beheert:

    • Klik op de knop om gebruik van het apparaat te verbieden.

    • Klik op de knop om gebruik van het apparaat toe te staan.

  2. U kunt een van de volgende apparaten verwijderen:

    • Klik op de knop om het apparaat te verwijderen.

  3. U kunt het gebruik van een apparaat voor een bepaalde toepassing in- of uitschakelen in de lijst door het bijbehorende selectievakje in te schakelen.

Het [Details] deelvenster

Het [Details] deelvenster biedt dezelfde informatie, samen met de lijst met [Toepassingen], elk met een eigen instellingingeschakeld.

OPMERKING

De instelling [Verbindingsstatus] in het overzicht van de hoofdapparaten kan handmatig worden vernieuwd met de [Status van Cloud Proxy]. Als u geen [OK] status ontvangt, moet u schakelen naar de Cloud Proxy voor het oplossen van problemen.

U kunt de [Apparaatconfiguratie openen] bewerking activeren zodat u de configuratie van het apparaat kunt verkrijgen.

OPMERKING

De functie [Apparaatconfiguratie] is alleen beschikbaar voor bepaalde apparaten. Het wordt weergegeven als u een abonnement hebt voor bepaalde toepassingen (bijvoorbeeld PRISMAprepare Go). Om het in te schakelen, zet u de waarde van het overeenkomstige selectievakje op 'aangevinkt'.

  • Voorbeeld: uw PSP heeft een abonnement voor PRISMAprepare Go, maar het apparaat is nog niet toegewezen

  • Voorbeeld: uw PSP heeft een abonnement voor PRISMAprepare Go en het apparaat is toegewezen

Elk apparaat geeft informatie over zijn mogelijkheden, zoals de [Afwerkstations][Wachtrijen], en [Uitvoerlocaties]. Als u deze rol hebt, kunt u het gebruik van bepaalde afwerkingslers in- of uitschakelen, die op hun manier leiden tot de update van het beschikbare [Uitvoerlocaties].

[Apparaatconfiguratie]

De [Apparaatconfiguratie] werkruimte kunt u de configuratie van een geregistreerd apparaat aanpassen. Om dit te openen, moet u gaan naar [Apparaten]  → [Details]  → [Apparaten].

OPMERKING

Gebruik de [Status van Cloud Proxy] knop om ervoor te zorgen dat de [Verbindingsstatus] waarde wordt ingesteld [OK] voordat u de [Apparaatconfiguratie] opent.

  • Klik [Verbinding testen] om ervoor te zorgen dat het apparaat daadwerkelijk bereikbaar is door de toepassingen in PRISMA Home.

    OPMERKING

    Vergeet niet de [Verbindingsstatus] te controleren:

    • [Geslaagd]: toegang tot het apparaat kan worden verkregen.

    • [Fout]: Het apparaat is uitgeschakeld of op een andere manier niet bereikbaar.

      U ontvangt vaak een reden voor de status.