PRISMAsync ondersteunt het gebruik van kalibratiecurves die zijn gemaakt met een extern hulpmiddel, zoals CHROMiX Curve3 ™. PRISMAsync gebruikt standaardmateriaalfamilies om aan te geven welke uitvoerprofielen en kalibratiecurves moeten worden toegepast op een materiaal. Daarom is het maken van een nieuwe materiaalfamilie met de standaard G7®-fabrieksuitvoerprofielen onderdeel van deze procedure. PRISMAsync biedt reguliere materiaalfamilies en G7®-materiaalfamilies.
Een bestand met een kaart bedoeld voor G7®-kalibratie, bijvoorbeeld de P2P25- of P2P51-kalibratietabel.
Kalibreer de printer.
U moet altijd een printerkalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.
Een G7®-materiaalfamilie maken in de Settings Editor:
Open de Settings Editor.
Maak een nieuwe G7®-materiaalfamilie.
Mak een nieuw materiaal voor de G7®-materiaalfamilie.
Druk het G7®-meetdiagram af via een geautomatiseerde workflow.
Maak een nieuwe geautomatiseerde workflow.
Selecteer het materiaal waarop het meetdiagram moet worden afgedrukt.
Bij [Afdrukken van meetdiagrammen] selecteert u [G7®-kalibratie] om af te drukken zonder kleurbeheer.
Druk het G7®-meetdiagram af via de geautomatiseerde workflow voor G7®.
Meet de kalibratiekaart:
Meet de kaart, bijvoorbeeld met een X-Rite ™-apparaat.
Bereken de kalibratiecurves met het externe hulpmiddel.
Importeer de berekende G7®-kalibratiecurves voor de G7®-materiaalfamilie in de Settings Editor.
Open de Settings Editor.
Open de nieuwe G7®-materiaalfamilie.
Druk op [CMYK-curves importeren] om de kalibratiecurves te importeren.
U kunt G7®-ondersteuning in de Settings Editor alleen uitschakelen wanneer alle G7®-materiaalfamilies zijn verwijderd.