Met de functie Automatische correctie van kleurtinten (ACCT) worden lichte kleurafwijkingen in de kleurtinten gecorrigeerd die na verloop van tijd kunnen optreden.
Als u de functie ACCT in de toekomst wilt inschakelen, moet u deze kleurtinten eerst ter referentie registreren. U wordt aangeraden de registratie direct na de installatie van de printer uit te voeren. Tijdens de registratieprocedure wordt een interne sensor gebruikt om de kleurtinten te meten.
U kunt de functie Automatische correctie van kleurtinten (ACCT) activeren om lichte kleurafwijkingen in de kleurtinten te corrigeren. De functie ACCT gebruikt de waarden van de kleurtinten die zijn opgeslagen tijdens de registratieprocedure.
In dit onderwerp wordt het volgende beschreven:
De kleurtinten registreren voor de functie ACCT
De kleurtinten corrigeren met de functie ACCT
Kalibreer de printer. (De printer kalibreren)
U moet altijd een printerkalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.
Druk op
.Druk op
.Selecteer de opslagplaats voor de gemeten waarden van de kleurtinten.
Druk op [OK].
Selecteer het materiaal.
Beëindig de registratieprocedure niet voordat deze is voltooid.
Druk op [OK].
Volg de instructies op het bedieningspaneel.
Sluit het menu.
Kalibreer de printer. (De printer kalibreren)
U moet altijd een printerkalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.
Controleer de afdrukkwaliteit om te bepalen of u wilt doorgaan.
Druk op
.Druk op
.Selecteer de sleuf met de waarden van de eerder geregistreerde kleurtinten.
Druk op [OK].
Selecteer het materiaal.
Druk op [OK].
Volg de instructies op het bedieningspaneel.
Sluit het menu.
Wanneer u de functie ACCT niet meer nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer versleten onderdelen zijn vervangen, kunt u de functie ACCT weer uitschakelen met de knop [Herstellen].