De gebruikersaccounts van een domeingebruikersgroep worden op een LDAP-directoryserver opgegeven.
Aan domeingebruikersgroepen kunnen alle beschikbare rechten worden toegewezen, met uitzondering van het recht op toegang tot hulpmiddelen voor service.
U kunt maximaal 50 domeingroepen beheren.
U kunt domeingebruikersgroepen op dezelfde manier bewerken en verwijderen als de aangepaste en ingebouwde gebruikersgroepen.
Open de Settings Editor en ga naar: .
Klik op [Domeingroep toevoegen].
Gebruik de optie [Domein] om het domein te selecteren.
De [Verbinding met LDAP-server] -informatie wordt gelezen vanuit de domeinconfiguratie.
Als u een ingebouwde gebruikersaccount gebruikt om u aan te melden en de optie [LDAP-verbinding] op [Referenties van huidige gebruiker gebruiken] is ingesteld, kan er geen verbinding worden gemaakt. Doe in dat geval het volgende.
Open de Settings Editor en ga naar: .
Selecteer in [LDAP-verbinding] de optie [Aangepast] om de aanmeldingsreferenties op te geven om verbinding te maken met de LDAP-server.
Klik op [OK]. Er verschijnt een dialoogvenster waarin alle geconfigureerde LDAP-gebruikersgroepen in het domein worden weergegeven.
Selecteer de LDAP-gebruikersgroepen die u aan een domeingebruikersgroep wilt toewijzen.
Klik op [OK].
Geef de toegangsrechten op voor elk van de toegevoegde domeingebruikersgroepen. Selecteer daarvoor de domeingebruikersgroep en klik op [Bewerken].