Loading

Verschuiving van materiaal tijdens kalibratie

Inleiding

Wanneer u een zachter of zwakker materiaal kalibreert, kan het materiaal op de plaat verschuiven, wat resulteert in een onnauwkeurige kalibratie. Als u ziet dat de uitlijning op de kalibratieafdrukken niet klopt, kan dit erop wijzen dat dit het geval is. Volg de onderstaande procedure om het materiaaltransport tijdens het kalibratieproces te verbeteren. U kunt op elk gewenst moment stoppen als het probleem is opgelost.

Procedure

  1. Verwijder het materiaal uit de papiergeleider.Materiaal uit de papierbaan verwijderen.
  2. Zorg dat de printerplaat schoon is. De plaat reinigen.
  3. Verlaag de instellingen voor [Vacuum power] in de RIP:
    1. Definieer eerst een extra voorrand van 40 cm. Verminder vervolgens het vacuümvermogen in stappen van 10% tot een minimumwaarde van 30% voor de zones D en E.
    2. Als dit niet voldoende is, verlaagt u het vacuümvermogen met stappen van 10% tot een minimumwaarde van 30% voor de zones B en C.

      Verminder het vacuümvermogen van zone A niet.

    OPMERKING

    Wanneer u de waarde voor [Vacuum power] te veel verlaagt, kan het materiaal loskomen van de plaat, wat weer kan leiden tot materiaalaanrakingen.

  4. Laad het materiaal opnieuw en voer de kalibratie uit. Het materiaal kalibreren.
  5. Bekijk de kalibratie-afdrukken voordat u het vacuümvermogen opnieuw vermindert. De materiaalinstellingen wijzigen.

    Voor elke stap waarin u de waarde hebt verlaagd en de instelling hebt gewijzigd, laad het materiaal opnieuw en voer de kalibratie uit.

  6. Als het probleem zich blijft voordoen, gebruikt u strakke wikkeling voor dit materiaal. Printen en wikkelen met een drukbalk.