Deze instructie is van toepassing op de verificatiemethode [Printernaam uit domein; PEAP met EAP-TLS]. De verificatiemethode verwijst naar de methode die u hebt geselecteerd in PRISMAsync Print Server.
De onderstaande instructies verwijzen naar Windows Server 2016. Voor andere systemen is wellicht een andere configuratie nodig. Raadpleeg de documentatie van de leverancier voor volledige instructies.
Deze configuraties zijn voltooid.
IEEE 802.1X op de verificatieserver configureren (fase 1)
IEEE 802.1X configureren in de verificator
IEEE 802.1X configureren in PRISMAsync Print Server
Voer de instructies uit in de volgorde waarin ze worden weergegeven.
Klik in [Server Manager] op [Tools].
Open de console [Active Directory Users and Computers].
Klik met de rechtermuisknop op de domeinnaam en klik op [New]. Klik vervolgens op [Group].
Geef een naam op voor de groep.
Selecteer [Global] in de optiegroep [Group scope].
Selecteer [Security] in de optiegroep [Group type].
Klik op [OK].
Klik in [Server Manager] op [Tools].
Open de console [Active Directory Users and Computers].
Open de domeinitems.
Klik met de rechtermuisknop op [Users].
Klik op [New]. Klik vervolgens op [User].
Vul het veld Gebruikersnaam in. Klik vervolgens op [Next].
Het veld [Alternatieve naam onderwerp 1], [Alternatieve naam onderwerp 2] of [Alternatieve naam onderwerp 3] van het certificaat PRISMAsync Print Server identity bevat de gebruikersnaam geschreven als UPN-naam (internetnaam, zoals username@example.com) of als een Fully Qualified Domain Name (FQDN)-naam, zoals username.example.com. Hier geeft u het deel voor de gebruikersnaam van de UPN of FQDN op.
Klik op [Finish].
Klik met de rechtermuisknop op de gebruiker wanneer deze is toegevoegd. Klik vervolgens op [Properties].
Klik op het tabblad [Member Of] en klik op [Add...] om de groep toe te voegen die u hebt gemaakt in instructie 1.
Klik op de tab [Dial-in].
Selecteer [Control access through NPS Network Policy] in de optiegroep [Network Access Permission].
Klik op [OK].
Network Policy Server (NPS) gebruikt netwerkbeleid en de inbeleigenschappen van gebruikersaccounts om vast te stellen of een verbindingsaanvraag voor het netwerk moet worden ingewilligd.
Klik in [Server Manager] op [Tools].
Open de console [NPS].
Open de map [Policies].
Klik met de rechtermuisknop op [Network Policies]. Klik vervolgens op [New]. De wizard [New Network Policy] wordt geopend.
Geef een beleidsnaam op.
Controleer of [Unspecified] is geselecteerd bij [Type of network access server].
Klik op [Next].
Op de pagina [Specify Conditions] selecteert u [Windows Groups]. Klik vervolgens op [Add...].
Selecteer de groep die u hebt gemaakt in instructie 1.
Klik op [OK] om het dialoogvenster [Select Group] te sluiten.
Klik op [Next].
Op de pagina [Specify Access Permission] selecteert u [Access granted].
Klik op [Next].
Klik op de pagina [Configure Authentication Methods] op [Add...].
Selecteer [Microsoft: Protected EAP (PEAP)] in de lijst [Authentication methods]. Klik vervolgens op [OK].
Selecteer [Microsoft: Protected EAP (PEAP)] en klik op [Edit].
Selecteer in het dialoogvenster [Edit Protected EAP properties] het identiteitscertificaat van de RADIUS-server. Dit certificaat verwijst naar het vertrouwde certificaat dat beschikbaar is in PRISMAsync Print Server.
Selecteer [Smart Card or other certificate] in de lijst [Eap Types].
Als het item zich niet in de lijst bevindt, moet u het eerst toevoegen aan de lijst.
Klik op [Edit] om te controleren of het identiteitscertificaat van de RADIUS-server is geselecteerd.
Klik op [OK] om het dialoogvenster [Edit Protected EAP Properties] te sluiten.
Schakel onder [Less secure authentication methods] de selectievakjes uit die verwijzen naar verificatiemethoden die u niet wilt gebruiken.
Klik op [Next].
Klik op de pagina [Configure Constraints] op [Next].
Klik op de pagina [Configure settings] op [Next].
Klik op de pagina [Completing New Network Policy ] op [Finish].