Loading

Paginaprogrammering gebruiken

Dit onderwerp bevat de volgende instructies.

  1. Een nieuwe subset maken

  2. Combineren, subsets

  3. De instellingen van een subset wijzigen

  4. Afwerkingsinstellingen samenvoegen

  5. Een pagina toevoegen aan een paginabereik of subset

  6. Een pagina toevoegen aan een paginabereik of subset

  7. Een pagina, vel of subset verwijderen

Met de optionele functie voor het programmeren van pagina's kunt u subsets en paginabereiken maken voor het toepassen van verschillende lay-out-, materiaal- en afwerkingsinstellingen in de opdracht. Het venster voor het programmeren van pagina's waarschuwt u wanneer u instellingen opgeeft die niet overeenkomen met al bestaande opdrachteigenschappen.

Paginaprogrammering

Voordat u begint

Wanneer u hebt gekopieerd of gescand met subsets, kunt u beginnen met deze subsets. Doe voor afdrukopdrachten het volgende:

  1. Druk op [Opdrachten].

  2. Ga naar de locatie van de opdracht.

  3. Selecteer de opdracht die u wilt bewerken.

  4. Druk op [Bewerk] of druk twee keer op de opdracht om het venster [Bewerk] te openen.

  5. Druk op [Paginaprogrammering].

Een nieuwe subset maken

  1. Selecteer een subset in de lijst met subsets.

  2. Druk op [Splitsen].

  3. Selecteer de eerste pagina van de nieuwe subset.

Combineren, subsets

  1. Selecteer de subsets die u wilt combineren.

  2. Druk op [Samenvoegen] om de nieuwe subset te maken.

  3. Geef de instellingen op bij [Afwerking], indien nodig.

De instellingen van een subset wijzigen

  1. Selecteer het vel dat of de subset of pagina die u wilt wijzigen.

    • Druk op een of meer subsets in de lijst met subsets.

    • Gebruik het pictogram om pagina's of vellen van een subset te selecteren.

    • Gebruik het menu [Selecteren] om een paginabereik te selecteren.

  2. Geef de instellingen voor [Afwerking] op.

  3. Herhaal stap 1 en 2 zo nodig.

  4. Druk op [Gereed] om de instellingen toe te passen.

Afwerkingsinstellingen samenvoegen

  1. Selecteer de subsets die dezelfde afwerkingsinstellingen moeten hebben.

  2. Druk op [Afw. samenvoeg.] en selecteer de subset die u wilt gebruiken voor de afwerkingsinstellingen.

    Gebruik [Afwerk. splitsing] om de oorspronkelijke afwerkingsinstellingen te herstellen.

Een pagina toevoegen aan een paginabereik of subset

  1. Selecteer de subset of het paginabereik.

    • Gebruik het pictogram om pagina's van een subset te selecteren.

    • Gebruik het menu [Selecteren] om een paginabereik te selecteren.

  2. Geef op waar u een pagina wilt toevoegen.

    • Gebruik [Inschietvel][Pag. invoegen voor] om een pagina vóór een paginabereik of subset toe te voegen.

    • Gebruik [Inschietvel]  → [Pag. invoegen na] om een pagina na een paginabereik of subset toe te voegen.

Een pagina, vel of subset verwijderen

  1. Selecteer het deel dat u wilt verwijderen.

    • Gebruik het pictogram om vellen en pagina's van een subset te selecteren.

    • Gebruik de optie [Selecteren] om een paginabereik te selecteren.

  2. Druk op [Wissen] om de subset of het paginabereik te verwijderen.