U kunt uw eigen externe Microsoft 365-locaties maken met WebTools Express.
Voor meer gedetailleerde informatie over netwerkinstellingen wordt u verwezen naar de plotWAVE-colorWAVE Connectivity Manual for Windows.
Zorg ervoor dat de Microsoft 365-omgeving is ingesteld en dat u de [Application (client) ID] en [Directory (tenant) ID ] kent.
Zorg ervoor dat de proxy-instellingen correct zijn ingesteld, indien van toepassing binnen uw bedrijf.
Voor deze procedure moet u aanmelden als Systeembeheerder.
[Ja] betekent: een scanbestand dat naar deze locatie wordt verzonden, gaat vergezeld van een metagegevensbestand als metagegevens zijn opgegeven. De naam van het metagegevensbestand is de naam van het scanbestand gevolgd door '.xml'. Bijvoorbeeld scan001.pdf gaat vergezeld van een scan001.pdf.xml metagegevensbestand.
De metagegevens kunnen door een geautomatiseerde workflow worden gebruikt om het scanbestand aan een gebruiker te koppelen.
Voor scannen naar uniFLOW moet[Metadata opslaan] worden ingesteld op [Ja].
Het systeem zal de externe locatie valideren en een foutmelding teruggeven als de validatie mislukt. Deze foutmelding is een standaardfoutmelding van Microsoft, die alleen beschikbaar is in het Engels en die moet worden gecontroleerd door uw IT-beheerder.
Alleen de connectiviteit met de Microsoft 365-cloudserver wordt getest. Accountspecifieke problemen kunnen pas worden geëvalueerd als de gebruiker probeert in te loggen, na het initiëren van een sessie op het gebruikerspaneel.
Bij een fout kunt u op [Opslaan] klikken om de externe locatie met de fout op te slaan of op [Wijzigen] om de invoer te wijzigen.
De externe locatie kan worden gebruikt via het gebruikerspaneel en in WebTools Express.