Tips en trucs

Stapsgewijze instructies volgen

Volg altijd de stapsgewijze instructies die op het bedieningspaneel worden weergegeven, in de juiste volgorde. In het geval van foutafhandeling voert u bijvoorbeeld de acties voor bediening van de wikkelaar of het onderhoud uit.

Groene lichtindicatoren

Als de groene lichtindicatoren voor de lade en de inktflessen branden, kunt u veilig acties voor de lade of inkteenheid uitvoeren.

Voorzichtig te werk gaan

U hoeft niet extreem veel kracht uit te oefenen op de hendels of handgrepen van de Colorado 1640. U kunt de hendels of handgrepen gemakkelijk duwen of bewegen om acties op de printer uit te voeren.

Automatische voortbewegingscorrectie

Stel [Automatic advance correction] in op [normal]  voor de afdrukmodi [High quality ] , [Specialty] , [Backlit]  en [Reliance] . Vervolgens wordt de nauwkeurigheid van de materiaalvoortgang van de printer automatisch gelezen en geoptimaliseerd.

Door [Automatic advance correction] op [enhanced] in te stellen, kunt u de nauwkeurigheid van de materiaalvoortgang mogelijk nog verder verbeteren, maar in dat geval worden er ook zwarte markeringen afgedrukt op de grotere zijmarge van het materiaal.

Voor materiaal met structuur wordt u mogelijk gevraagd de automatische voortbewegingscorrectie uit te schakelen.

Voor meer informatie raadpleegt u De materiaalinstellingen wijzigen.

Materiaalstapbeheer

Als u de materiaalvoortgang wilt beheren en de afdrukkwaliteit wilt optimaliseren, kunt u het volgende doen:

• Voer handmatig of periodiek onderhoud uit met [Geavanceerde automatische optimalisatie van nozzles]. De nauwkeurigheid van de nozzles van de printer wordt automatisch geoptimaliseerd om de materiaalvoortgang te verbeteren.

• Rol-op-rol afdrukken (uw materiaal wikkelen).

• Beginnen met witruimte (± 50 cm) voordat u begint met afdrukken op een rol.

• Afdrukken in de afdrukmodus [High quality] .

Materiaal is niet gelijkmatig opgerold

Zorg dat het materiaal altijd gelijkmatig op de kern wordt gewikkeld. Plaats geen materiaal in de lade dat niet gelijkmatig is opgerold (uit elkaar is geschoven).

Voor meer informatie raadpleegt u Een materiaalrol laden ( positie 1).

Materiaal met rechte voorkant

De voorkant van de geplaatste materiaalrol in de lade moet recht gesneden zijn. Als dat niet het geval is, detecteert de printer de voorkant niet of wordt er mogelijk op de plaat afgedrukt.

Voor meer informatie raadpleegt u Een materiaalrol laden ( positie 1).

Voorkant recht tapen

In het geval van wikkelen moet de voorkant van het materiaal recht op de uitvoerrolkern zijn uitgelijnd en vastgetapet voor de beste wikkel- en afdrukkwaliteit. Tape eerst het midden en daarna de zijkanten.

Voor meer informatie raadpleegt u Printen met of zonder wikkelen.

Materiaalgeleiders positioneren

Als u wikkelt zonder drukbalk, positioneert u de materiaalgeleiders tegen het materiaal voor de beste wikkelkwaliteit.

Voor meer informatie raadpleegt u Printen en wikkelen zonder drukbalk.

Afdruk is niet opgerold

Wanneer u uw afdruk op de uitvoerrol hebt geplakt, maar de rolwikkelaar uw afdruk niet oprolt, beweegt u het materiaal in de richting van de printer om de wikkelaar te starten. Beweeg het deel van de afdruk dat net boven de grond voor de onderste sensor hangt in de richting van de sensor. Vervolgens detecteert de printer het materiaal en wordt het automatisch opgerold.

Nieuwe materiaalsoort

Om de afdrukkwaliteit te optimaliseren, moet u een nieuwe materiaalsoort altijd eerst kalibreren. Ook materialen van dezelfde soort, maar met een ander formaat moeten eerst worden gekalibreerd.

Voor meer informatie raadpleegt u Het materiaal kalibreren.

Afdrukken op breder materiaal

Als het materiaal opraakt tijdens het afdrukken, wordt er een bericht met een verzoek om materiaal weergegeven. Wanneer u uw opdrachten wilt voltooien, kunt u ook blijven afdrukken op een rol met breder materiaal. Plaats de rol met breder materiaal en selecteer deze. Vervolgens wordt het afdrukken hervat op het bredere materiaal.

OPMERKING

U moet de rol met breder materiaal altijd plaatsen, zelfs als deze al is geplaatst in de printer. Pas als de rol opnieuw is geplaatst, wordt het bredere formaat herkend en wordt begonnen met afdrukken.

Materiaalkalibratie

Voer een materiaalkalibratie uit vanaf de lege voorkant van de materiaalrol. Dus begin de kalibratie nadat u een snede hebt gemaakt of wanneer u met een nieuwe rol begint. Voer geen materiaalkalibratie uit als zich al een afdruk op de rol bevindt.

Voor meer informatie raadpleegt u Het materiaal kalibreren.

Vochtgevoelig materiaal

Houd er rekening mee dat vochtgevoelig materiaal wordt vervormd als het enige tijd op de plaat blijf liggen.

Vervuiling door niet-uitgeharde inkt

Wees alert op niet-uitgeharde inkt op materiaal of op de printer. Verwijder niet-uitgeharde afdrukken niet van de wikkelaar of de lade, maar alleen via de bovenklep. Volg zorgvuldig de bijbehorende procedure.

Voor meer informatie raadpleegt u Vervuiling van de printer verwijderen.