Aangeven hoe het apparaat het papier zal snijden na het afdrukken.
De waarden zijn verschillend voor een plotWAVE/colorWAVE-printer en een imagePROGRAF-printer. Zoek de instellingen op in de onderstaande tabel.
Waarde |
Beschrijving |
---|---|
[Snijmethode] |
De snijmethode selecteren:
De snijmethode is van invloed op het schalen. |
[Voorrand] |
Voeg een lege strook toe aan de bovenzijde van de uitvoer om de lengte te corrigeren. Deze aanpassing van de randen verandert de grootte van de uitvoer. Met de optie [Voorrand] voegt u een strook van de opgegeven lengte aan de bovenzijde van de uitvoer toe: 0 tot 400 mm (0 tot 15.75 inch). ![]() Het systeem toont de waarden in mm of inch, zoals opgegeven in de [Algemene instellingen]. |
[Achterrand] |
U kunt een strook aan de onderzijde van de uitvoer toevoegen om de lengte te corrigeren. Deze aanpassing van de randen verandert de grootte van de uitvoer. Met [Achterrand] voegt u een strook van de opgegeven lengte aan de onderzijde van de geprinte uitvoer: 0 tot 400 mm (0 tot 15.75 inch). ![]() Het systeem toont de waarden in mm of inch, zoals opgegeven in de [Algemene instellingen]. |
Waarde |
Beschrijving |
---|---|
[Snijmethode] |
De snijmethode selecteren:
Wanneer het rolformaat onbekend is, kan alleen 'automatisch' worden geselecteerd. De snijmethode is van invloed op het schalen. |