Wanneer zich een softwarefout voordoet op het systeem, kunt u de logboekgegevens opslaan. Deze logboekgegevens kunnen worden gebruikt om de fout te analyseren.
Als u de logboekgegevens van de softwarefout niet wilt opslaan, kunt u op het aanraakscherm drukken om de fout af te sluiten. Het systeem wordt opnieuw opgestart.
Alleen voor niet-herstelbare softwarefouten kunnen de logboekgegevens worden opgeslagen.
De logboekgegevens van de fout worden opgeslagen op het USB-station.
Wanneer zich twee identieke softwarefouten na elkaar voordoen, kunt u alle opdrachten verwijderen. Als een of meer opdrachten de softwarefout hebben veroorzaakt, wordt het systeem zonder fout opnieuw opgestart.
Wanneer zich drie identieke softwarefouten na elkaar voordoen, wordt de software opnieuw geïnstalleerd zodra opnieuw wordt opgestart. Dit kan even duren.