Loading

Standaardinstellingen voor printerkalibratie opgeven

Dit onderwerp bevat de volgende instructies.

  1. Naar de instellingen voor printerkalibratie gaan

  2. Een herinnering instellen voor de procedure voor schaduwcorrectie

  3. Het standaardkalibratieniveau voor automatische gradatieaanpassing (AGA) wijzigen

  4. De standaardkalibratiemethode voor automatische gradatieaanpassing (AGA) wijzigen

  5. Aangepast materiaal voor automatische gradatieaanpassing (AGA) gebruiken

  6. Het aantal vellen voor automatische gradatieaanpassing (AGA) wijzigen

  7. Een herinnering instellen voor de automatische gradatieaanpassing (AGA)

  8. Het referentiemateriaal opgeven

  9. De instellingen van de materiaalfamiliekalibratie opgeven

  10. G7-ondersteuning inschakelen

Naar de instellingen voor printerkalibratie gaan

  1. Open Settings Editor en ga naar: [Kleur]  → [Kleurkalibratie].

    [Kleurkalibratie] (tabblad)
    Instellingen voor printerkalibratie

Een herinnering instellen voor de procedure voor schaduwcorrectie

  1. Ga naar [Tijdschakelaar voor schaduwcorrectie].

  2. Stel het vereiste tijdsinterval in.

    Tijdschakelaar voor de procedure voor schaduwcorrectie
  3. Klik op [OK].

Het standaardkalibratieniveau voor automatische gradatieaanpassing (AGA) wijzigen

  1. Ga naar [Niveau voor automatische gradatieaanpassing].

  2. Selecteer [Professioneel (per papiersoortgroep)].

    Kalibratieniveaus voor automatische gradatieaanpassing (AGA)
  3. Klik op [OK].

De standaardkalibratiemethode voor automatische gradatieaanpassing (AGA) wijzigen

  1. Ga naar [Methode voor Automatische gradatieaanpassing]

  2. Selecteer [Handmatig, via glasplaat]

    Kalibratiemethoden voor automatische gradatieaanpassing (AGA)
  3. Klik op [OK].

Aangepast materiaal voor automatische gradatieaanpassing (AGA) gebruiken

  1. Ga naar [Materiaal voor Automatische gradatieaanpassing].

  2. Selecteer het geregistreerde aangepaste materiaal voor automatische gradatieaanpassing (AGA).

    Materiaal voor automatische gradatieaanpassing (AGA)
  3. Klik op [OK].

Het aantal vellen voor automatische gradatieaanpassing (AGA) wijzigen

Bij meer vellen wordt de afdrukkwaliteit beter, maar duurt de procedure ook langer.

  1. Ga naar [Aantal vellen voor Automatische gradatieaanpassing].

  2. Geef het aantal vellen voor automatische gradatieaanpassing (AGA) op.

    Aantal vellen voor automatische gradatieaanpassing (AGA)
  3. Klik op [OK].

Een herinnering instellen voor de automatische gradatieaanpassing (AGA)

  1. Selecteer het materiaal waarvoor u de herinnering wilt instellen:

    • [Tijdschakelaar voor Automatische gradatieaanpassing voor normaal materiaal]

    • [Tijdschakelaar voor Automatische gradatieaanpassing voor zwaar materiaal]

    • [Tijdschakelaar voor Automatische gradatieaanpassing voor extra zwaar materiaal]

  2. Stel het vereiste tijdsinterval in.

    Tijdschakelaar voor kalibratie-indicator
  3. Klik op [OK].

Het referentiemateriaal voor printerkalibratie opgeven

  1. Ga naar het referentiemateriaal dat u wilt opgeven:

    • [Referentiemateriaal voor kalibratie van zwaar materiaal]

    • [Referentiemateriaal voor kalibratie van zwaar materiaal]

    • [Referentiemateriaal voor kalibratie van zwaar materiaal selecteren]

  2. Selecteer het referentiemateriaal in de materiaalcatalogus.

    Materiaal voor referentiemateriaal

De instellingen van de materiaalfamiliekalibratie opgeven

Materiaalfamiliekalibratie

Geef op hoe de rasters moeten worden gebruikt door de materiaalfamilie.

  1. Ga naar [Rasters voor materiaalsoortkalibratie].

  2. Geef op hoe de rasters moeten worden gebruikt tijdens de materiaalfamiliekalibratie.

  3. Klik op [OK].

De evaluatie van de materiaalfamiliekalibratie inschakelen op het bedieningspaneel

Alleen de serviceoperator kan deze instelling wijzigen.

  1. Ga naar [Evaluatie van materiaalfamiliekalibratie].

  2. Geef op of de resultaten van de materiaalfamiliekalibratie aan het einde van de procedure moeten worden weergegeven op het bedieningspaneel.

  3. Klik op [OK].

G7-ondersteuning inschakelen

  1. Ga naar [G7®].

    De instelling [G7®]
  2. Geef op dat u G7-ondersteuning wilt inschakelen.

    Optie [G7®-ondersteuning]
  3. Klik op [OK].

U kunt G7-ondersteuning alleen uitschakelen als alle G7-materiaalfamilies zijn verwijderd.