Loading

De instellingen voor uniFLOW configureren

Inleiding

Als u de uniFLOW-toepassing wilt gebruiken, moet de systeembeheerder deze functie configureren in Settings Editor op de PRISMAsync-controller.

Wanneer u de uniFLOW-toepassing inschakelt, moet u extra instellingen opgeven. De verplichte en aanbevolen instellingen worden hieronder beschreven.

De normale uniFLOW-gebruiker heeft beperkt toegang tot de functionaliteit en instellingen van de printer. De systeembeheerder heeft volledige toegang tot de functionaliteit en instellingen van de printer.

OPMERKING

De functionaliteit van de volgende licenties is niet beschikbaar in uniFLOW:

  • [XPS]

  • [PRISMAsync Remote Manager]

  • [PPML]

  • [Streaming]

  • [IPDS transactieprinten]

  • [PCL transactieprinten]

  • [DPLink]

  • [KDK Link]

  • [Meerdere wachtrijen]

  • [DocBox]

De instellingen voor uniFLOW configureren

In de onderstaande tabel worden de instellingen beschreven die de systeembeheerder moet configureren in Settings Editor. Start de printer opnieuw op nadat u de instellingen hebt opgegeven.

Tabel 1. Instellingen voor uniFLOW in Settings Editor

Instellen

Omschrijving

[uniFLOW-ondersteuning]

[Configuratie]  → [Connectiviteit]

Stel dit in op [Ingeschakeld] om de uniFLOW-toepassing te gebruiken.

[Hostnaam/IP-adres van uniFLOW-server]

[Configuratie]  → [Connectiviteit]

Voer de hostnaam of het IP-adres van de uniFLOW-server in.

[Verkeer via HTTPS]

[Configuratie]  → [Connectiviteit]

De communicatie met de uniFLOW-server kan via HTTP of HTTPS worden uitgevoerd. De standaardinstelling is [Uitgeschakeld].

[Zelfondertekend uniFLOW-servercertificaat]

[Configuratie]  → [Connectiviteit]

De uniFLOW-server kan worden geverifieerd met een zelfondertekend identiteitscertificaat. De standaardinstelling is [Niet accepteren].

Verplichte instellingen als uniFLOW is ingeschakeld

In de onderstaande tabel worden de verplichte instellingen voor Settings Editor beschreven als uniFLOW is ingeschakeld.

Tabel 2. Verplichte instellingen als uniFLOW is ingeschakeld

Instellen

Omschrijving

[Diepe slaapstand ingeschakeld]

[Voorkeuren]  → [Systeeminstellingen]  → [Energiebesparingsmodi]

Stel deze optie in op [Nee].

De uniFLOW-toepassing kan niet worden geactiveerd vanuit de diepe slaapstand.

[Weergave- en schrijfmachtiging op bedieningspaneel]

[Configuratie]  → [Gebruikers]  → [Gebruikersaanmelding configureren]

Stel deze optie in op [Zonder gebruikersverificatie alleen weergeven].

[Het gebruik van PKI-smartcards voor aanmelding configureren]

[Configuratie]  → [Gebruikers]  → [Gebruikersaanmelding configureren]  → [PKI-smartcards configureren]

Zorg dat het selectievakje [Het gebruik van PKI-smartcards voor aanmelding configureren] niet is ingeschakeld.

[Het gebruik van NFC-smartcards voor aanmelding configureren]

[Configuratie]  → [Gebruikers]  → [Gebruikersaanmelding configureren]  → [NFC-smartcards configureren]

Zorg dat het selectievakje [Het gebruik van NFC-smartcards voor aanmelding configureren] niet is ingeschakeld.

Aanbevolen instellingen als uniFLOW is ingeschakeld

In de onderstaande tabel worden de aanbevolen instellingen voor Settings Editor beschreven als uniFLOW is ingeschakeld. Bij deze instellingen wordt de printer optimaal gebruikt.

Tabel 3. Aanbevolen instellingen in Settings editor wanneer uniFLOW is ingeschakeld

Instellen

Omschrijving

[Time-out lokale sessie (minuten)]

[Configuratie]  → [Gebruikers]  → [Gebruikersaanmelding configureren]

Stel deze optie in op 5 minuten (standaardinstelling is 15 minuten).

[PRISMAsync Remote Manager]

[Voorkeuren]  → [Systeeminstellingen]  → [Workflow voor afdrukken]

Stel deze optie in op [Uitgeschakeld].

Opdrachten moeten worden verzonden via uniFLOW.

[Modus voor eenvoudig kopiëren en scannen]

[Voorkeuren]  → [Systeeminstellingen]  → [Opdrachtbeheer]

Stel deze optie in op [Ingeschakeld].

[Materiaalbeheer via bedieningspaneel]

[Materiaal]  → [Configuratie]

Stel deze optie in op [Uitgeschakeld].

[Materiaaloptimalisering via bedieningspaneel]

[Materiaal]  → [Configuratie]

Stel deze optie in op [Uitgeschakeld].

[Afgedrukte opdrachten opslaan]

[Voorkeuren]  → [Systeeminstellingen]  → [Afgedrukte opdrachten]

Stel deze optie in op [Nee].

Tabel 4. Aanbevolen instellingen via het bedieningspaneel wanneer uniFLOW is ingeschakeld

Instellen

Omschrijving

[Ontvangen]

[Systeem]  → [Installatie]  → [Workflowprofiel]  → [Standaard]  → [Ontvangen]

Stel deze optie in op [Geplande opdrachten].

Kopieer-/scansjablonen naar wens wijzigen

[Opdrachten]  → [Kopie/Scan]

Zie Sjablonen maken voor terugkerende opdrachten voor meer informatie.