Met printen in de batchmodus kunt u meerlaagse opdrachten voor gespecialiseerde toepassingen stroomlijnen of het verzamelen van meerdere beelden op één stuk materiaal vereenvoudigen. Afzonderlijke printopdrachten worden van de RIP naar de printer verstuurd en vervolgens op de printer gecombineerd tot een batchopdracht voor flatbed-printen. Er zijn twee typen opdrachten in batchmodus: Samengesteld en Verzamelen.
Samengesteld
De afbeeldingen in de batch worden onafgebroken op hetzelfde materiaal geprint. De samengestelde batchmodus kan worden gebruikt als u meer wilt printen dan de drie lagen die de ONYX-software toestaat en/of printmodi wilt combineren op hetzelfde materiaal. De eerste printopdracht wordt geprint, vervolgens beweegt de wagen naar de beginpositie voor de tweede opdracht en wordt die geprint. Dit gaat door tot de laatste printopdracht is verwerkt. Daarna gaat de balk naar de beginpositie om de batchopdracht af te ronden.
Verzamelen
In de batchmodus Verzamelen wordt een set met afzonderlijke printopdrachten op individuele stukken materiaal geprint en wordt dit eventueel herhaald voor het aantal exemplaren in de set. De balk verplaatst zich tussen elke printopdracht naar de parkeerpositie, er wordt van materiaal gewisseld, de materiaaldikte wordt bevestigd, en vervolgens moet de startknop of het pictogram Printen starten worden ingedrukt om het volgende exemplaar te printen.
Bijvoorbeeld:
Als u 3 printopdrachten wilt verzamelen (J1,J2,J3) en 2 sets wilt printen, wordt de printvolgorde van de batchopdracht als volgt: J1,J2,J3,J1,J2,J3.
Als u 3 exemplaren van dezelfde opdracht wilt printen, dubbelzijdig met verschillende beelden vóór (F) en achter (B), wordt de printvolgorde als volgt: F,B,F,B,F,B.
Net is in de lijst met opdrachten kunt u de weergave van de kolommen in de lijst met batchopdrachten aan uw eigen voorkeur aanpassen: u kunt de volgorde van de kolommen in de opdrachtenlijst, de breedte van elke kolom en de zichtbaarheid van kolommen op het display regelen.
U kunt de volgorde van de kolommen veranderen door de kolomkop naar een andere positie te verslepen.
Als u de kolombreedte wilt veranderen, klikt u op de verticale lijn tussen de kolomkoppen en versleept u die naar links of naar rechts.
U kiest de kolommen die u weergegeven wilt hebben door op een kolomkop te rechtsklikken en op een kolomnaam te klikken om die toe te voegen of te verwijderen. Kolommen met een vinkje worden weergegeven; kolommen zonder vinkje worden verborgen.
De oorspronkelijke kolomweergave kan worden teruggezet door op een willekeurige kolomkop (naam) te rechtsklikken en de optie Standaardinstellingen herstellen te kiezen.
De plaatsing van beelden kan op elk moment worden gewijzigd door de batchopdracht te bewerken of door te klikken op het plusteken links van de naam van de batchopdracht, een van de opgenomen beelden te selecteren en dat beeld met de muis te verplaatsen.
Belangrijk: Als u een batchopdracht verwijdert, worden alle erin opgenomen opdrachten verwijderd en zijn deze niet langer beschikbaar, tenzij ze opnieuw naar de RIP worden verzonden.
U kunt in de lijst met actieve opdrachten op het plusteken links van de naam van de batchopdracht klikken om alle erin opgenomen beelden te zien. U kunt een beeld selecteren en het verplaatsen door het met de muis te verslepen. U kunt ook op het pictogram 'Batch bewerken' klikken om de editor te openen en wijzigingen in de lay-out aan te brengen en om beelden toe te voegen of te verwijderen.