Loading

De procedure voor G7-grijstintenverificatie uitvoeren

Met PRISMAsync kunt u controleren of de afgedrukte uitvoer voldoet aan het doel voor G7-grijstinten.

De verificatie van G7-grijstinten wordt uitgevoerd voor alle materialen van de materiaalfamilie. U hoeft maar voor één materiaal van de materiaalfamilie een G7-grijstintenverificatie uit te voeren. Dit is het materiaal dat ook wordt gebruikt voor materiaalfamiliekalibratie. Zorg ervoor dat u altijd hetzelfde materiaal gebruikt wanneer u een G7-grijstintenverificatie uitvoert.

Extra

i1-spectrofotometer.

Voordat u begint

Zie:

Procedure

  1. Kalibreer de printer. (De printer kalibreren)
    BELANGRIJK

    U moet altijd een printerkalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.

  2. Kalibreer de materiaalfamilie van het materiaal dat u wilt valideren. (Een materiaalfamilie kalibreren)
    BELANGRIJK

    U moet altijd een materiaalfamiliekalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.

  3. Sluit de i1-spectrofotometer aan op de USB-poort van het bedieningspaneel.
  4. Druk op [Systeem]  → [Kleuraanpassing]  → [G7®-grijstintenverificatie].
  5. Selecteer de G7-materiaalfamilie die u wilt verifiëren.
  6. Selecteer zo nodig het materiaal voor verificatie.

    Het standaard geselecteerde materiaal voor verificatie wordt weergegeven.

  7. Plaats het verificatiemateriaal.
  8. Druk op [OK].
  9. Volg de instructies op het bedieningspaneel.

Resultaten

Nadat u de G7-grijstintenverificatie hebt uitgevoerd, worden in het feedbackvenster de resultaten van de uitgevoerde procedure weergegeven.

Feedbackvenster van G7-verificatieprocedure

Wanneer er twee groene vinkjes worden weergegeven, drukt u op [OK] om de nieuwe kalibratiecurves op te slaan.

Als er een pictogram van een rood kruis wordt weergegeven, gebruikt u de onderstaande tabel om het resultaat te evalueren. Klik vervolgens op [OK] om het venster te sluiten.

Omschrijving

Onder [G7®-grijstintenverificatie] wordt aangegeven welke kleurnauwkeurigheid wordt bereikt met de huidige staat van de printer, het gebruikte materiaal en het bijbehorende uitvoerprofiel.

In de grafiek wordt per kleurkanaal aangegeven hoe dicht de gemeten waarden de G7-doelwaarden benaderen. De toleranties worden weergegeven met onderbroken lijnen.

Evaluatie

  • Als de gemiddelde waarde voor ΔL of ΔCh lager is dan de ingestelde drempelwaarde, is de kleurkwaliteit in orde.

  • Als de gemiddelde waarde voor ΔL of ΔCh hoger is dan de ingestelde drempelwaarde, moet u de afgedrukte uitvoer zorgvuldig controleren. Er kan iets mis zijn met de meting, het materiaal of de staat van de printer.

Omschrijving

Met de ΔE-waarden onder [Nauwkeurigheid van meting] wordt aangegeven hoe nauwkeurig de patches zijn afgedrukt en gemeten.

Op het bedieningspaneel wordt een heatmap weergegeven waarvan de patchlocaties overeenkomen met de afgedrukte kaart.

Evaluatie

  • Als de gemiddelde ΔE-waarde lager is dan de waarde voor [Waarde waarbij heatmap groen wordt], worden de patches op het bedieningspaneel groen weergegeven en is de kleurkwaliteit in orde.

  • Als de gemiddelde ΔE-waarde tussen de waarden voor [Waarde waarbij heatmap groen wordt] en [Waarde waarbij heatmap rood wordt] ligt, worden de patches op het bedieningspaneel oranje weergegeven en kan de kleurkwaliteit nog steeds in orde zijn. Het is misschien wel een idee om de opties in de onderstaande lijst uit te proberen.

  • Als de gemiddelde ΔE-waarde hoger is dan de waarde voor [Waarde waarbij heatmap rood wordt], worden de patches op het bedieningspaneel rood weergegeven. U wordt aangeraden een of meer opties in de onderstaande lijst uit te proberen.

Opties om de kleurkwaliteit te verbeteren

  • De patch op de afgedrukte kaart controleren

    Gebruik op het bedieningspaneel de symbolen > en < om door de kalibratiekaarten te bladeren. Gebruik het zoomsymbool om in of uit te zoomen.

    Druk vervolgens op de rode patch om het rij- en kolomnummer te vinden en de overeenkomende patch op de afgedrukte kaart te controleren en het probleem op te lossen. Voer deze verificatieprocedure vervolgens opnieuw uit.

  • De materiaalfamilie opnieuw kalibreren

    Mogelijk is er iets fout gegaan bij het gebruik van de i1-spectrofotometer.

  • De printer kalibreren

    Zie De printer kalibreren.