Dit onderwerp bevat de volgende instructies:
Controleren of het identiteitscertificaat geldig is voor IPsec
IPsec configureren
PRISMAsync Print Server kan IPsec gebruiken om de hostcommunicatie te beveiligen via de volgende protocollen.
HTTPS
DHCP
ICMP
NDP
Als u IPsec wilt gebruiken, moet het PRISMAsync Print Server-identiteitscertificaat geldig zijn voor IPsec en HTTPS.
HTTPS kan worden gebruikt als er problemen optreden met de IPsec-verbinding.
Ga naar:
.Ga naar de opties onder [Identiteitscertificaat].
Gebruik de optie [Geldig voor IPsec] om te controleren of het certificaat geldig is voor IPsec en HTTPS.
Ga naar:
.Klik op [Configureren].
Schakel het selectievakje [IPsec ingeschakeld] in.
Gebruik de optie [Minimale sterkte van coderingsalgoritme] om de minimale sterkte voor het algoritme op te geven.
[Compatibel met oude algoritmetechnieken]
[Compatibel met algemene algoritmetechnieken]
[Compatibel met sterke algoritmetechnieken]
Gebruik de optie [Gebruik van NAT-T] wanneer NAT-T (Network Address Translation Traversal) moet worden gebruikt.
[Nooit]
[Als een extern eindpunt zich achter een NAT-router bevindt]
[Als lokale en externe eindpunten zich achter een NAT-router bevinden]
Gebruik de uitzonderingsopties om op te geven welke TCP/IP-protocollen niet worden beveiligd door IPsec.
[DHCP-verkeer uitsluiten van IPsec-beveiliging]
[ICMP-verkeer uitsluiten van IPsec-beveiliging]
[NDP-verkeer uitsluiten van IPsec-beveiliging]
[HTTPS-verkeer uitsluiten van IPsec-beveiliging]
Tijdens de eerste configuratie van IPsec kunt u het beste de mogelijkheid om verbinding te maken via HTTPS open laten voor het geval er geen verbinding tot stand kan worden gebracht via IPsec. Sluit HTTPS uit van IPsec-beveiliging en zorg ervoor dat HTTPS correct is geconfigureerd.
Klik op [OK].
Geef een of meer IPsec-regels op.
IPsec is actief wanneer ten minste één regel is gedefinieerd.