Om een verbinding met een Microsoft 365-cloudserver tot stand te brengen, moet de gebruiker deze eerst configureren in het Microsoft Entra beheercentrum.
Er zijn drie stappen die gevolgd moeten worden:
De toepassing registreren
De vereiste machtigingen aan de gebruikers geven
De toepassing- en directory-ID's ophalen.
CPP Microsoft 365' in deze procedure is een voorbeeld.
Open Microsoft Entra beheercentrum en maak een nieuwe registratie.
Selecteer [Accounts in this organizational directory only (MSFT only - Single Tenant)].
De Microsoft Graph-machtigingen zijn vereist voor deze toepassing, zodat deze cloudserver kan worden gebruikt als externe locatie voor POWERsync+-gebaseerde printers.
Voeg de volgende machtigingen toe:
User.Read |
voor het aanmelden en lezen van het gebruikersprofiel |
Files.ReadWrite |
voor lees-/schrijftoegang tot de OneDrive-bestanden en -mappen van de aangemelde gebruiker |
Sites.ReadWrite.All |
voor lees-/schrijftoegang tot de SharePoint-sites waartoe de aangemelde gebruiker toegang heeft |
Offline_access |
nodig om toegang tot het refresh token te garanderen, die nodig zijn voor het OAuth 2.0-protocol dat wordt gebruikt om in te loggen op de cloudserver; |
Het toegangstype hier is gedelegeerd. Met gedelegeerde toegang roept de app Microsoft Graph aan namens een aangemelde gebruiker. Bij app-only toegang roept de app Microsoft Graph aan met zijn eigen identiteit, zonder een aangemelde gebruiker. Voor POWERsync+-gebaseerde printers wordt alleen gedelegeerde toegang ondersteund.
Zie voor meer informatie https://learn.microsoft.com/enus/graph/permissions-reference
Schakel in [Geavanceerde instellingen] [Allow public client flows] in. Deze instelling is standaard uitgeschakeld, maar is nodig om gebruikers te laten inloggen op hun Microsoft 365-accounts via de code op het gebruikerspaneel.
In het overzicht van de toepassing kunnen de [Application (client) ID] en [Directory (tenant) ID ] worden opgehaald.
Deze ID's moeten worden ingevoerd wanneer deze Microsoft 365-omgeving wordt toegevoegd als een externe locatie.
CPP Microsoft 365' in deze afbeelding is een voorbeeld.