Loading

Geef de instellingen voor [Aflevering] op.

Inleiding

In de [Aflevering] dialoog kunt u aangeven hoe het document in de uitvoerlade moet worden afgeleverd.

  1. Selecteer het gehele document.

  2. Ga naar [Instellingen]  → [Productie-instellingen]  → [Aflevering].

  3. Afhankelijk van de geconfigureerde uitvoerlocaties en de geselecteerde printer en van het producttype (aangezien uitvoerlocaties worden gefilterd), kunt u een beschikbaar [Uitvoerlocatie] uit de lijst selecteren:

    • [Bovenste lade stapeleenh.]

    • [Hoofdlade stapeleenheid/nieter]

    • [Bovenste lade stapeleenheid/nieter]

    • [Boekjeslade stapeleenheid/nieter]

    • [Boekjesmakertray]

    • [Hoofdlade van vouweenheid]

    • [Hoofdlade van stapeleenheid]

    In deze lijst is een extra vermelding toegevoegd: [Automatisch].

  4. Selecteer de gewenste [Afdrukstand van de afdrukzijde]:

    • [Omlaag]

    • [Omlaag]

  5. [180 graden draaien]

    Als [Uitvoerlocatie] van een opdracht kan een extern afwerkstation worden ingesteld. Bij bepaalde externe afwerkstations moeten de opdrachten 180 graden worden gedraaid voordat de opdrachten naar het externe afwerkstation worden verzonden. In de documentatie van het externe afwerkstation wordt beschreven hoe een opdracht naar het afwerkstation moet worden verzonden.

    Selecteer deze instelling als er 180 graden moet worden gedraaid.

  6. [Sorteren]

    U kunt de sorteervolgorde opgeven:

    • [Per set]

      De pagina's van een opdracht worden gesorteerd in de volgorde 123, 123, 123.

    • [Per vel]

      De bladen van een opdracht worden gesorteerd in de volgorde 111, 222, 333.

  7. [Wisselend stapelen]

    Wanneer ingesteld, wordt de opdracht in de [Uitvoerlocatie] als een rechte stapel gestapeld.

  8. [Scheidingsvel]

    Selecteer deze optie om elke set te scheiden met een scheidingsvel.