Loading

Handmatige schaduwcorrectie uitvoeren

Voer een handmatige egaliteitscorrectie uit als u de uniformiteit van de kleurvakken in de richting tegengesteld aan de invoerrichting of de kleurvakken dicht bij de randen van het vel wilt corrigeren.

Hulpmiddelen

i1Pro3-spectrofotometer (i1Pro2 wordt ook ondersteund)

Handmatige schaduwcorrectie uitvoeren

Venster Handmatige egaliteitscorrectie
  1. Kalibreer de printer.

    BELANGRIJK

    U moet altijd een printerkalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.

  2. Controleer de afdrukkwaliteit om te bepalen of u wilt doorgaan.

  3. Voer automatische schaduwcorrectie uit.

  4. Controleer de afdrukkwaliteit om te bepalen of u wilt doorgaan.

  5. Plaats het grootste formaat ongecoat materiaal dat u gebruikt, bijvoorbeeld SRA3.

  6. Druk op [Systeem]  → [Kleuraanpassing]  → [Afdrukengine aanpassen]  → [Handmatige egaliteitscorrectie].

  7. Selecteer een dichtheidsbereik: laag, gemiddeld of hoog.

    OPMERKING

    De waarden op het tabblad [Standaard] kunnen wel worden weergegeven, maar niet bewerkt.

  8. Druk op [Grafiek afdrukken] om de gradatiekaart af te drukken.

    OPMERKING

    De gradatiekaart voor het huidige geselecteerde dichtheidsbereik wordt afgedrukt.

    Gradatiekaart
  9. Controleer elke kleurbalk op ongelijkmatige kleurdichtheden.

  10. Breng de correcties aan op de plekken waar u afwijkingen ziet.

    De locaties worden per kleur aangeduid met een numerieke waarde van -6 tot 6.

    De oorspronkelijke waarden worden tussen haakjes weergegeven.

  11. Herhaal stap 7 - 9 tot elke kleurbalk een eenduidige kleur heeft.

  12. Druk op [OK].

Als u klaar bent

In het uitzonderlijke geval dat de handmatige schaduwcorrectie niet tot de vereiste kleurkwaliteit leidt, doet u het volgende:

  1. Druk op [Systeem]  → [Kleuraanpassing]  → [Afdrukengine aanpassen]  → [Handmatige egaliteitscorrectie].

  2. Druk op [Alle instellen op 0].

  3. Voer automatische schaduwcorrectie uit.

  4. Ga door met handmatige schaduwcorrectie.