Loading

Voorbeeld van een ingewikkeldere instelling voor het dialoogvenster voor accounting

Inleiding

Een architectenbureau heeft veel grote projecten lopen en wil alle afdruk-, scan- en kopieeropdrachten aan het juiste project en de juiste fase van de juiste afdeling kunnen toeschrijven.

Eerst moet u bepalen wat u probeert te realiseren. U moet hiervoor in kaart brengen wat de vier aangepaste velden zijn, waarbij u de relatie tussen Afdelingen, Project, Fasen van ontwikkeling en de bijbehorende rekening bijhoudt, indien nodig.

Afdeling

Project

Fasen

Rekening

6401 - Architecten

  • 0485 – Wooncomplex 5

  • 0486 – Wooncomplex 6

  • 0487 – Tesco Westfield

  • 0488 - Sportschool

  • Fase 1 – Eerste ontwerpen

  • Fase 2 – Ontwerpverfijningen

  • Fase 3 - Gedetailleerde ontwerpen

  • Fase 4 - Goedgekeurde ontwerpen

  • Ja

  • Nee

6402 - Interieurontwerpers

6403 - CAD-technicus

6404 - Projectmanager

OPMERKING

U moet vier velden configureren in het dialoogvenster voor accounting. Na publicatie worden deze weergegeven in een pop-upvenster in het stuurprogramma of de toepassing of op de printer wanneer u wilt afdrukken/kopiëren/scannen.

Open de app [Configuraties].

Selecteer het tabblad [Dialoogvenster Accounting voor colorWAVE & plotWAVE] :

Veld 1 (Afdeling): u wilt opgeven voor welke afdeling de kosten in rekening moeten worden gebracht.



  1. Schakel het eerste veld in: klik op de eerste regel op de schuifbalk onder [Ingeschakeld] om deze te wijzigen van [Uit] in [Aan]

  2. Voer in het deelvenster [Eigenschappen] rechts van de werkruimte bij [Naam] een waarde voor [Afdeling] in (u moet een naam invoeren; deze wordt weergegeven in het stuurprogramma/de toepassing en op de printer)



    Eerste waarden voor het veld (Afdeling)
  3. Bij [Type] selecteert u [Vervolgkeuzelijst] en vervolgens [Waarden definiëren]



  4. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u de projectwaarden kunt opgeven die u wilt zien in het stuurprogramma/de toepassing of op de printer

  5. Selecteer [Toevoegen]

  6. Voer bij ID het getal 6401 in

  7. Voer de naam Architecten in en druk op [OK]



  8. Volg dezelfde methode en voeg alle andere afdelingen toe

  9. Als u hiermee klaar bent, selecteert u [OK] om het dialoogvenster te sluiten



    Waarden voor het eerste veld (Afdeling)
  10. Negeer de waarde [Geen] bij [Is afhankelijk van] in de vervolgkeuzelijst.

    Dit veld is momenteel uitgeschakeld, omdat er geen veld is waarvan het afhankelijk kan worden gemaakt.

  11. [Vereist]: selecteer [Altijd] aangezien de klant altijd wil dat de afdeling wordt geselecteerd

  12. [Doorzichtig]: schakel het selectievakje in aangezien de klant wil dat de afdeling wordt gewist zodra de waarde wordt gebruikt

OPMERKING
  • Als [Doorzichtig] is ingeschakeld, onthouden het stuurprogramma, de toepassing en de printer de waarde niet voor de volgende afdruk-/kopieer-/scanopdracht.

  • Als [Doorzichtig] is uitgeschakeld, onthouden het stuurprogramma, de toepassing en de printer de waarde in het pop-upvenster voor accounting en wordt deze weergegeven.



Definitieve details voor het eerste veld

Veld 2 (Project): u wilt registreren voor welk project de kosten in rekening moeten worden gebracht

  1. Schakel het tweede veld in: klik op de tweede regel op de schuifbalk onder [Ingeschakeld] om deze te wijzigen van [Uit] in [Aan]



  2. Geef in het deelvenster [Eigenschappen] bij [Naam] de waarde [Project] op:



  3. Bij [Type] selecteert u [Vervolgkeuzelijst] en vervolgens selecteert u [Is afhankelijk van] en [aangepast]. Dit betekent dat de projectnaam afhankelijk is van de afdeling die eerst wordt geselecteerd.

  4. Selecteer [Waarden definiëren]. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u de projectwaarden kunt opgeven die u wilt zien in het stuurprogramma, de toepassing of op de printer



  5. Selecteer een waarde voor het afdelingsveld en selecteer [Toevoegen]

  6. Voer bij ID het getal 0485 in

  7. Voer de projectnaam Wooncomplex 5 in en druk op [OK]



  8. Volg dezelfde methode en voeg alle andere projecten toe

  9. U moet dit doen voor elke waarde van het veld Afdeling. Selecteer dus de volgende waarde voor het veld Afdeling en voer stap 5-8 uit totdat alle projecten zijn toegevoegd en voor elke waarde in het veld Afdeling dezelfde lijst met projecten is opgegeven.

  10. Als u hiermee klaar bent, selecteert u [OK] om het dialoogvenster met waarden te sluiten



    Waarden voor het tweede veld (Project) en de eerste waarde (Architecten) die afkomstig zijn uit het eerste veld (Afdeling),
  11. [Vereist]: selecteer [Altijd] aangezien de klant altijd wil dat de waarde voor [Project] wordt geselecteerd

  12. [Doorzichtig]: schakel het selectievakje in aangezien de klant wil dat de waarde voor Project wordt gewist zodra de waarde wordt gebruikt.



Eigenschappen voor het tweede veld (Project)

Veld 3 (Fasen): u wilt registreren voor welke fase van het project de afdruk/kopie/scan wordt gemaakt



  1. Schakel het 3e veld in: klik op de derde regel op de schuifbalk onder [Ingeschakeld] om deze te wijzigen van [Uit] in [Aan]



  2. Voer in het deelvenster [Eigenschappen] rechts van de werkruimte bij [Naam] een naam in voor [Fasen]

  3. Selecteer [Is afhankelijk van] en selecteer in de vervolgkeuze [aangepast]. Dit betekent dat de fase afhankelijk is van de afdeling die eerst wordt geselecteerd



  4. Selecteer bij [Type] eerst [Vervolgkeuzelijst] en vervolgens [Waarden definiëren]. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u kunt opgeven aan welke fase de afdruk/kopie/scan wordt toegekend

  5. Selecteer een waarde voor het afdelingsveld en selecteer [Toevoegen]

  6. Voer bij ID een waarde in de vorm 'tekst + getal' (Fase 1) in

  7. Geef aan bij welke fase de afdruk hoort (Eerste ontwerpen) en druk op [OK]

  8. Volg dezelfde methode en voeg alle andere fasen voor elk van de afdelingen toe

  9. Als u hiermee klaar bent, selecteert u [OK] om het dialoogvenster te sluiten





    Waarden voor het derde veld (Fasen)
  10. [Vereist]: selecteer [Vereist] aangezien u altijd wilt dat de fase wordt geselecteerd

  11. [Doorzichtig]: schakel het selectievakje in aangezien u wilt dat de fase wordt gewist zodra u deze hebt gebruikt.



Eigenschappen voor het derde veld (Fasen)

Veld 4 (Rekening): u wilt opgeven of deze afdruk/kopie/scan in rekening wordt gebracht of niet



  1. Schakel het 4e veld in: klik op de vierde regel op de schuifbalk onder [Ingeschakeld] om deze te wijzigen van [Uit] in [Aan]



  2. Voer in het deelvenster [Eigenschappen] rechts van de werkruimte Rekening in als naam

  3. Bij Type selecteert u [Vervolgkeuzelijst] en vervolgens selecteert u [Waarden definiëren]. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u de waarden voor Rekening kunt opgeven



  4. Selecteer [Toevoegen].

  5. Voer bij ID het getal 1 in

  6. Voer JA in als de waarde voor Rekening en druk op [OK]

  7. Selecteer [Toevoegen].



  8. Voer bij ID het getal 2 in

  9. Voer NEE in als de waarde voor Rekening en druk op [OK]



    Waarden voor het vierde veld (Rekening)
  10. Druk op [OK] om het dialoogvenster te sluiten

  11. [Is afhankelijk van]: selecteer [Geen] in de vervolgkeuzelijst.

  12. [Vereist]: selecteer [Altijd] aangezien de klant wil dat Rekening wordt geselecteerd.

  13. [Doorzichtig]: schakel het selectievakje in aangezien de klant wil dat de waarde voor Rekening wordt gewist zodra de waarde wordt gebruikt.



Eigenschappen voor het vierde veld (Rekening)

Klik op de knop [Publiceren].

Open het geregistreerde colorWAVE & plotWAVE-apparaat en bereid een nieuwe afdrukopdracht voor.

Als het goed is, worden alle vier de aangepaste velden weergegeven en u moet voor elk veld een waarde selecteren voordat u de opdracht kunt afdrukken.



Eindresultaat

De aangepaste velden gebruiken

Open het geregistreerde colorWAVE/plotWAVE-apparaat en bereid een nieuwe afdrukopdracht voor. Selecteer de gewenste bewerking via het bedieningspaneel van de printer:

COPY

Afdrukken

Scannen







Als het goed is, worden alle vier de aangepaste velden weergegeven met de juiste waarden:

OPMERKING

De aangepaste velden die we hebben voorbereid, worden in de gebruikersinterface gemarkeerd als [Vereist] met tekst of de rode stip.



Stuurprogramma selecteren


PRISMAproduce Tech


WebTools Express