De automatische aanpassing van de materiaalregistratie corrigeert de onjuiste uitlijning van materiaal op de papierbaan door materiaalkenmerken in de materiaalcatalogus te wijzigen. Hierbij worden dus wijzigingen doorgevoerd voor alle opdrachten die gebruikmaken van dit materiaal. Wanneer eerder een handmatige materiaalregistratie is uitgevoerd, worden de aangepaste materiaalparameters opgenomen in de automatische materiaalregistratie.
Voordat u de automatische registratie aanpast, controleert u of de SZ-rollen zijn gereinigd.
De automatische aanpassing van de materiaalregistratie optimaliseert de materiaalregistratie, maar houd er rekening mee dat kleine aanpassingen mogelijk nauwelijks zichtbaar zijn.
Plaats ongeveer 120 vellen in een van de papierladen en wijs deze toe.
Selecteer de papierlade waarin u het papier hebt geplaatst.
Druk op [Optimaliseren].
Druk op [LEF-registratie] of [SEF-registratie], afhankelijk van de invoerrichting van de materiaalvellen in de printer.
LEF staat voor Long Edge Feed (in staande positie invoeren). SEF staat voor Short Edge Feed (in liggende positie invoeren).
Start de automatische aanpassing. De printer drukt een reeks registratietabellen af die worden gemeten door de inline scanner. U kunt deze registratietabellen weggooien.
Wanneer de automatische aanpassing mislukt, controleert u of de geplaatste vellen het juiste formaat hebben en of het papier de juiste vorm heeft (als het papier niet de juiste vorm heeft, kan dit leiden tot een mislukte automatische registratie).
Druk een nieuwe verificatiegrafiek af als u de resultaten van de automatische aanpassing wilt controleren.
Sluit het menu.
U kunt naar de instellingen voor handmatige aanpassing gaan om de correctiewaarden te bekijken die zijn gegenereerd door de procedure voor automatische aanpassing.