De aanpassingen in de afdrukkwaliteit hebben invloed op alle afdrukopdrachten.
Open de Settings Editor en ga naar:
.Ga naar het gedeelte [Aanpassingen afdrukkwaliteit].
Gebruik de instelling [Niveau automatisch reinigen fixatieband] om de frequentie en tijd aan te passen die gebruikt wordt voor het verversen van de fixeerrol.
Gebruik de instellingen [Kleurzweem corrigeren: Cyaan], [Kleurzweem corrigeren: Magenta], [Kleurzweem corrigeren: Geel] en [Kleurzweem corrigeren: Zwart] om het standaard correctieniveau per kleur aan te passen.
Voer een kalibratie van de printer en materiaalfamilie uit na het wijzigen van deze instellingen.
Gebruik de instelling [Witte vlakken corrigeren] om het standaardniveau voor het corrigeren van witte vlakken aan te passen.
Voer een automatische gradatieaanpassing uit als u de instellingen hebt gewijzigd.
Schakel de instelling [Modus lage temperatuur omgeving] in om de afdrukkwaliteit voor opdrachten op zwaar papier te verhogen, maar met verlies van afdruksnelheid.
Gebruik de instelling [Ongelijkmatige glans corrigeren] om het niveau van ongelijkmatige glans te verminderen.
Gebruik de instelling [Drumtemperatuur aanpassen] om de temperatuur van de drum aan te passen. Verhoog de drumtemperatuur om gedeeltelijke vervormingen of dunne witte lijnen te verwijderen die kunnen worden geproduceerd in een omgeving met een hoge temperatuur of vochtigheid
Gebruik de optie [Speciale effening] om gekartelde contouren vloeiender weer te geven.
Voor opdrachten met verschillende materialen worden een of meer temperatuurschakelingen gebruikt voor de optimale beeldkwaliteit. Deze schakelingen kunnen ook invloed hebben op de productiviteit van de opdracht. Met deze instelling kunt u prioriteit aan productiviteit of beeldkwaliteit geven voor dit soort opdrachten. Selecteer de optie die het beste past bij uw kwaliteitsvereisten en het materiaal dat u het meest gebruikt.