In het scherm onderin kunt u de afdrukinstellingen selecteren die voor de sjabloon gebruikt worden. De toepassing past deze afdrukinstellingen toe op elk document dat met deze sjabloon wordt geladen.
U kunt op de instellingentegel klikken en waarden selecteren die het gedrag bepalen. Voor Océ-printers bestaan vier categorieën, voor Canon imagePROGRAF-printers bestaan drie categorieën, waar u aanpassingen kunt uitvoeren. De waarden kunnen per printermodel verschillen
Categorie |
Beschrijving |
---|---|
[Materiaal] |
Materiaalsoort opgeven. Materiaalgrootte en -soort selecteren. Zie Materiaal voor meer informatie. |
[Lay-out] |
De lay-out van het beeld op het materiaal opgeven. Snijgrootte, positionering, rotatie en schaal selecteren. Zie Lay-out voor meer informatie. |
[Beeld] |
De beeldrendering opgeven. Afdrukkwaliteit, kleurmodus of spiegelen (optioneel) en stempelen opgeven. Zie Beeld voor meer informatie. |
[Afwerking] |
De uitvoerbestemming of afwerkopties voor uw document opgeven. Selecteer de printuitvoer of selecteer een afwerkoptie (niet beschikbaar voor Océ ColorWave 810/900/910/9000 zonder geïnstalleerd afwerkstation of voor Canon imagePROGRAF-printers). Zie Afwerken voor meer informatie. |