Klik op [Systeem] - [Web Submission] - [Externe webservers].
Ga als volgt te werk voor elke externe webserver:
Geef een naam op voor de webserver.
Typ het adres van de webserver.
Het vaste IP-adres
U wordt aangeraden het vaste IP-adres van de webserver te gebruiken.
De Fully Qualified Domain Name (FQDN-naam), bijvoorbeeld mijnserver.mijndomein.net.
Gebruik de FQDN-naam als de webserver geen vast IP-adres heeft. De DHCP-server wijst bijvoorbeeld een dynamisch IP-adres toe aan de webserver.
Klik op [Configureren] om een dialoogvenster te openen dat speciaal is bedoeld voor de configuratie van de betreffende webserver. U kunt de koppeling [Configureren] direct achter de weergegeven registratietijd vinden.
U moet elke afzonderlijke webserver configureren.
Klik op [Opslaan].