U kunt een printer handmatig toevoegen. Stel dat SNMP niet is ingeschakeld op een printer. In dat geval kan het hulpprogramma voor detectie van printers de printer niet vinden.
Open de [PRISMAprepare Administration]. Voer [PRISMAprepare Administration] uit als beheerder.
Selecteer [Printerinstellingen].
Klik op de knop [Toevoegen].
Selecteer de printer en de controller-versie van de printer die u wilt toevoegen.
Klik op [Volgende].
Typ het IP-adres van de printer en typ de naam van de printer. De printer wordt met deze naam toegevoegd aan PRISMAprepare.
Klik op [Installeren].
U kunt de printer configureren wanneer deze is geïnstalleerd en beschikbaar is voor PRISMAprepare.
Klik op het tabblad [Bestemming] om de afdrukwachtrijen te configureren.
Klik op het tabblad [Afwerkstations] om het afwerkstation en/of de uitvoerlocaties te configureren.
Klik op [Toepassen] en [OK]. U kunt de printer nu gebruiken in PRISMAprepare.