Het tabblad [Lagen] toont een grafische weergave van de lagen van uw toepassing.
Om een specifieke laag te selecteren, klikt u op de laag.
1.1 Informatie printmodus
De pictogrammen wijzen op de printmodus die voor de laag is gedefinieerd.
1.2 Handelingen laag
Met de pictogrammen kunt u lagen gemakkelijk dupliceren of verwijderen, of de positie van de laag veranderen. U kunt de lagen ook naar een andere positie verslepen en ze daar neerzetten.
Per laag kunt u de volgende geavanceerde laaginstellingen definiëren.
Instellingencategorie |
Instelling |
Beschrijving |
---|---|---|
[Laag naam] |
De naam van de laag die in het recept is gedefinieerd. |
|
[Laag bron] |
PDF-pagina of een laag binnen een ontwerp op een specifieke pagina |
Selecteer de laag in uw ontwerp die moet worden gebruikt als invoer voor de laag in het recept. Vink de optie [Horizontaal draaien] of [Verticaal draaien] aan als u wilt dat de informatie in uw laag horizontaal of verticaal wordt gekanteld. |
[Quick Set] |
Quick Set |
Wanneer u geen Quick Set gebruikt, zullen het materiaal en de printmodus die voor de laag zijn gedefinieerd de in de Quickset gedefinieerde instellingen overschrijven. U kunt een Quick Set selecteren voor een laag wanneer u meerdere instellingen wilt configureren die beschikbaar zijn in ONYX Thrive, maar die niet toegankelijk zijn via de gebruikersinterface van de Arizona Xpert Engine.
Zowel de instelling [Materiaal] als de instelling [Afdrukmodus] worden grijs weergegeven. BELANGRIJK
De [Materiaal] en [Afdrukmodus], die worden weergegeven in de grijs gemaakt invoervelden, zijn niet de waarden die in de geselecteerde Quickset zijn gedefinieerd. |
[Materiaal] |
Media library beschikbaar voor uw Arizona printer in de Media Manager |
Selecteer het materiaaltype voor uw illustratie. |
[Afdrukmodus] |
Printmodi gedefinieerd in de geselecteerde media library |
Selecteer de printmodus die u wilt gebruiken om de laag te printen. |
[Type] |
[Kleur] |
De hele PDF-pagina of laaginhoud wordt gebruikt zoals hij is (inclusief steunkleuren) om de printlaag te produceren. |
[Beelddeel masker] |
Er wordt een masker voor een gedeelte van het beeld gegenereerd op basis van de PDF-pagina of laaginhoud. |
|
[Masker begrenzingsvak] |
Er wordt een masker gegenereerd dat net zo groot is als de PDF-pagina die als bron voor deze laag wordt gebruikt. |
|
[Vectorgegevens houden] |
Wanneer het selectievakje niet is aangevinkt, zal de complete laag worden gerasterd. Zones in [Media kleur], standaard wit van kleur, zullen transparant worden. Vink het selectievakje aan om de vectorgegevens te houden. De vectorobjecten zullen ondoorzichtig blijven. |
|
[Kleur] |
[Wit] |
Selecteer de kleur van het masker. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u [Type] - [Beelddeel masker] of [Type] - [Masker begrenzingsvak] selecteert. |
[Blokkeren (zwart)] |
||
[Vernis] |
||
[Lichtdoorlatendheid] |
0 tot 100% |
Selecteer de ondoorzichtigheid van de kleur van de informatie in de laag. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u [Type] - [Beelddeel masker] of [Type] - [Masker begrenzingsvak] selecteert. |
[Media kleur] |
Kleur |
Selecteer de kleur van het materiaal. Wanneer u rasterbeelden gebruikt, kan de software de materiaalkleur isoleren om het beeldgedeelte te identificeren. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u [Type] - [Beelddeel masker] selecteert. |
[Grenswaarde] |
Positieve numerieke waarde |
De waarde wordt gebruikt om te definiëren hoe precies de kleur van een pixel moet overeenstemmen met de materiaalkleur om deze van het beeldgedeelte te isoleren. Wanneer u een wit masker creëert, gebruikt u doorgaans grotere waarden als u zeker wilt zijn dat er geen witte pixels op de randen zitten als het beeld een compressie met verlies heeft. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u [Type] - [Beelddeel masker] selecteert. |
[Strak/wijd vullen] |
Negatieve of positieve numerieke waarde (pixels) |
Voer een positieve waarde in als u wilt dat het beeldgedeeltemasker iets kleiner wordt geprint (choke) dan het kleurbeeld. Voer een negatieve waarde in als u wilt dat het beeldgedeeltemasker iets groter wordt geprint (spread) dan het kleurbeeld. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u [Type] - [Beelddeel masker] selecteert. |
[Overdrukken] |
0-10 |
Selecteer het aantal overprints voor de laag. |
[Horizontale offset] |
Negatieve of positieve numerieke waarde (mm) |
Met offsets kunt u het volgende doen:
|
[Verticale offset] |
Negatieve of positieve numerieke waarde (mm) |