Loading

De instellingen voor het ontwerp van uw Xpert [Dag/nacht] -toepassing definiëren

Inleiding

Maak een [Dag/nacht] -toepassing wanneer u wilt dat uw afbeelding er overdag en 's nachts verschillend wanneer hij van achteren wordt belicht. Een [Dag/nacht] -toepassing wordt geprint op de kant van het materiaal die 's nachts zal worden belicht.

Wanneer u [Effecttype] [Dag/nacht] selecteert, zal automatisch een extra kleurlaag worden toegevoegd om een goede kwaliteit voor beide weergave-omstandigheden (dan en nacht) te verzekeren. Ook wordt automatisch een witte laag tussen de beelden toegevoegd om levendigheid en dichtheid van de kleur te garanderen.

Voor een [Dag/nacht] -toepassing is een zware, donkere en dichte inkt nodig ter compensatie van de sterke achterbelichting 's nachts. Om ervoor te zorgen dat de toepassing er ook goed uitziet wanneer hij gedurende de dag van voren wordt belicht, wordt de grafische afbeelding tweemaal geprint, waarbij een printdichtheid zonder achterbelichting met een dunne doorzichtige witte achterlaag tussen de twee printlagen wordt gebruikt.

Het resultaat is dat overdag, wanneer de achterbelichting uit is, alleen de bovenste printlaag zichtbaar is omdat de interne witte laag de tweede printlaag blokkeert. 's Nachts, wanneer de achterbelichting aan is, schijnt het licht door alle lagen, zodat de extra dichtheid wordt verkregen die nodig is voor achterbelichting.

Procedure

  1. Open het ontwerp dat u hebt gemaakt in Adobe Photoshop of Adobe Illustrator.

  2. Open de Arizona Xpert Extensions en selecteer [Effecttype] - [Dag/nacht].

  3. Selecteer de [Lichtdoorlatendheid].

    Wanneer u wilt dat er weinig licht door het beeld gaat, selecteert u [Lichtdoorlatendheid] - [Hoog].

    Wanneer u wilt dat er meer licht door het beeld gaat, selecteert u [Lichtdoorlatendheid] - [Laag] of [Lichtdoorlatendheid] - [Medium]. Wanneer u het voorbeeld van het beeld met hoge ondoorzichtigheid hierboven vergelijkt met het beeld met lage ondoorzichtigheid hieronder, zult u zien dat het beeld met lage ondoorzichtigheid helderder is.

  4. Het voorbeeld van uw ontwerp genereren.

    U kunt een van de volgende opties kiezen om het voorbeeld van uw ontwerp te genereren of bij te werken:

    • Selecteer [Document weergeven] om de complete illustratie weer te geven.

    • Selecteer een deel van uw illustratie en selecteer [Selectie maken] om alleen het geselecteerde deel van uw illustratie weer te geven.

    • Selecteer [Snelle weergave] om het document in een lagere resolutie weer te geven, zodat het sneller wordt weergegeven.

      OPMERKING

      U kunt het weergaveproces nog verder versnellen door [Meer opties] te selecteren en de selectie van kleurbeheer ongedaan te maken.

Het voorbeeld

U kunt het voorbeeld als volgt draaien, verplaatsen of in- en uitzoomen:

  • Draaien: klik op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt.

  • Verplaatsen: klik op de rechtermuisknop en houd deze ingedrukt.

  • In- en uitzoomen: draai het wieltje van de muis.

U kunt de voorbeeldopties aan de rechterkant in- en uitschakelen om uw ontwerp zorgvuldig te controleren.

De weergavesectie

Wanneer u het selectievakje [Achterverlichting aan] uitschakelt, heeft het materiaal een grotere invloed op de weergave van uw ontwerp.

De omgevingssectie

In de omgevingssectie kunt u een andere achtergrond voor uw ontwerp kiezen.

Extra knoppen

Om een raster op uw ontwerp toe te passen, klikt u op de rasterknop. Dit raster helpt om de grootte van uw ontwerp in het voorbeeldvenster in te schatten. De afstand tussen de rasterlijnen bedraagt 10 centimeter.

U kunt uw voorbeeld opnieuw instellen door op de knop vernieuwen te klikken.