Importmappen bieden een eenvoudige methode voor het automatiseren van documentindelingen.
Een importmap moet een verschillende invoer- en uitvoermap hebben. Elke importmap maakt gebruik van een of meer filters. Een of meer automatiseringssjablonen worden aan het filter toegewezen. In het filter is opgegeven welke bestanden door de invoermap worden geaccepteerd. Wanneer het filter wordt toegepast op het geaccepteerde bestand, worden de aan het filter toegewezen automatiseringssjablonen uitgevoerd. De automatiseringssjablonen genereren de vereiste documentindeling en verwerking. De importmap genereert logboekbestanden tijdens het verwerken van de bestanden in de invoermap. U kunt de logboekbestanden opslaan in een speciale map. De verwerkte bestanden worden opgeslagen in de uitvoermap. In de uitvoermap kunnen de volgende bestanden worden opgeslagen:
De invoerbestanden.
De verwerkte bestanden.
U kunt de uitvoering van een automatiseringssjabloon dynamisch wijzigen voor bestanden die in de importmap worden geplaatst. U hebt een parameterbestand nodig waarmee bepaalde instellingen van een automatiseringssjabloon kunnen worden overschreven. Het parameterbestand moet de extensie mrparam hebben.
Als u de importmappen wilt gebruiken, hebt u een licentie nodig die automatiseringssjablonen ondersteunt.