U kunt meerdere instellingen wijzigen om het bedieningspaneel aan te passen aan uw wensen of workflow.
Druk op [Systeem] -> [Installatie] -> [Taal].
Selecteer de taal.
Druk op [OK]
Het dashboard en het waarschuwingslampje voor de operator waarschuwen u wanneer de operator moet ingrijpen. U kunt de waarschuwingstijd wijzigen of de waarschuwing vooraf uitschakelen.
Kies een waarschuwingstijd, zodat u genoeg tijd hebt om materiaal klaar te leggen of om afdrukken te verwijderen zonder de printer te hoeven stoppen. De standaardwaarde is 10 minuten.
Druk op
.Druk op [Waarschuwing vooraf] om de functie in of uit te schakelen.
Druk op de knop - of + om de waarschuwingstijd in stappen van 1 minuut te verlengen of te verkorten.
U kunt een tijd van 1 tot en met 60 minuten instellen.
Druk op [OK].
Namen van opdrachten kunnen erg lang zijn. U kunt opgeven of de opdrachtnaam op twee regels moet worden weergeven in de lijst met opdrachten of hoe de naam moet worden ingekort.
Wanneer u een opdrachtnaam aan het begin inkort, kunt u opgeven hoeveel tekens vóór de inkorting moeten worden verwijderd. Wanneer u een opdrachtnaam aan het einde inkort, kunt u opgeven hoeveel tekens na de inkorting moeten worden verwijderd.
Druk op
.Geef op of u de lange opdrachtnaam wilt gebruiken.
Geef aan hoe u de opdrachtnaam wilt inkorten.
Druk op [OK].