Loading

De afwerkingseenheden voor de printer beheren

Afwerkingseenheden die mogelijk beschikbaar zijn voor de printer worden weergegeven in het gedeelte [Afwerkstations]. U moet opgeven welke afwerkingseenheden werkelijk beschikbaar zijn voor de printer. De geselecteerde afwerkstations en hun uitvoerlocaties worden voor de operator beschikbaar in de werkruimte [Productie].

  1. Klik op [Printerinstellingen] en selecteer een beschikbare printer. Klik op [Bewerken] en selecteer het tabblad [Afwerkstations].

  2. Klik op [Printerconfiguratie ophalen] om de meest recente configuratie van de printer op te halen. Deze knop is alleen beschikbaar voor printers die deze optie ondersteunen.

  3. Geef op welke afwerkingseenheden werkelijk beschikbaar moeten zijn voor de printer.

    • Als u meer dan één afwerkingseenheid selecteert, moet u een standaardafwerkingseenheid opgeven.

    • U kunt de standaarduitvoerlocatie voor ongebruikt cyclusmateriaal selecteren. Al het ongebruikte cyclusmateriaal, zoals tabbladmateriaal, wordt in een uitvoerlocatie gedeponeerd.

  4. Klik op [OK].