Selecteer de kleurmoduswaarde die u voor het document wilt gebruiken. Voor de Canon imagePROGRAF printers is deze instelling niet beschikbaar, maar wordt de instelling [Target afdrukken] gebruikt. Zie voor meer informatie Target afdrukken voor Canon imagePROGRAF printers.
Geef de kleurmodus van het document op. Geef aan of het document in [Kleur] of [Grijstinten] afgedrukt moet worden. Om de opbouw van de kleuren van de geprinte opdracht fijn af te stellen, kunt u ook de optie [Kleurindruk] gebruiken.
Met de instelling [Kleurindruk] kunt u de 'look and feel' van de afgedrukte kleuren bijstellen, aangezien hier de kleurruimte-conversiemethode wordt opgegeven.
[Kleurindruk] |
Beschrijving |
---|---|
[Geen, beheerd door applicatie] |
Het kleurbeheer wordt volledig uitgevoerd door de toepassing die het document heeft gegenereerd. |
[Afbeeldingkleuren] |
Afdrukken met fotorealistische kleuren. Geadviseerd voor foto's of grafische presentaties. Als u [Afbeeldingkleuren] selecteert, kunt u ook de volgende extra instellingen aanpassen: [Geavanceerde kleuropties]
OPMERKING
|
[CAD-kleuren] |
Afdrukken met heldere, verzadigde kleuren. Aangeraden voor vectortekeningen (zoals HP-GL). Heeft de voorkeur voor CAD-tekeningen die gemaakt zijn met bijvoorbeeld AutoCAD of ArcView. Het volgende is van toepassing wanneer u deze modus gebruikt:
|
[Kleurindruk printer] |
Printen met de standaardwaarde die is ingesteld op de printer. |